Papierbronnen
Papiertypes en -formaten die u kunt gebruiken
Papier kan worden geplaatst in cassette 1 (A) en in cassette 2 (B).
Bovenop bevindt zich cassette 1 (A) waarin u alle papierformaten kunt plaatsen die compatibel zijn met de
printer, zoals normaal papier, fotopapier en enveloppen.
Daaronder bevindt zich cassette 2 (B) waarin u normaal papier van het formaat A4, Letter, Legal, Oficio,
B-Oficio, M-Oficio, Foolscap en Legal (India) kunt plaatsen.
Ondersteunde mediumtypen
Om te voorkomen dat het papier opraakt, kunt u normaal papier van hetzelfde formaat (A4, Letter, Legal,
Oficio, B-Oficio, M-Oficio, Foolscap of Legal [India]) in beide cassettes plaatsen en de printer zo instellen
dat automatisch naar de andere cassette wordt overgestapt als het papier in de eerste op is.
Cassette-instell.
Opmerking
• Selecteer voor het afdrukken de juiste papierformaten en -types. Onjuiste instellingen voor
papierformaat en mediumtype kunnen ervoor zorgen dat het papier vanuit de verkeerde papierbron
wordt ingevoerd of dat de juiste afdrukkwaliteit negatief wordt beïnvloed.
Raadpleeg deze gedeelten voor instructies over het plaatsen van papier in een cassette.
Normaal papier/fotopapier plaatsen
Enveloppen plaatsen
De cassette aanpassen aan het gebruikte papierformaat
De cassette kan worden aangepast aan drie lengtes. Als u de cassette wilt uittrekken, drukt u de
vergrendeling (C) omlaag terwijl u de voorkant naar u toe trekt.
142