OPMERKING: Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de
printer in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is
meegeleverd in de doos aan op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met het
label 1-LINE achter op de printer. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen
ondervinden met het verzenden en ontvangen van faxen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen
DSL
PBX
190 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie
Abonneme
Gespreks
Computermod
nt op
oproepen
em voor
specifieke
inbellen
belsignalen
Antwoordappar
Voicemails
aat
ervice
Aanbevolen
installatiemethode fax
Situatie A: Aparte faxlijn (er
worden geen
gespreksoproepen
ontvangen) op pagina 191
Situatie B: De printer
configureren voor DSL
op pagina 192
Situatie C: De printer
configureren met een PBX-
telefoonsysteem of een
ISDN-lijn op pagina 193
Situatie D: Fax met een
specifiek belsignaal op
dezelfde lijn op pagina 193
Situatie E: Gedeelde
telefoon-/faxlijn
op pagina 194
Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail op pagina 195
Situatie G: Gedeelde faxlijn
met computermodem (er
komen geen
gespreksoproepen binnen)
op pagina 196
Situatie H: Gedeelde lijn
voor gespreks- en
faxoproepen met
computermodem
op pagina 199
Situatie I: Gedeelde lijn voor
gesprekken/fax met
antwoordapparaat
op pagina 202
NLWW