1.
Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak Installatie
en vervolgens Netwerk instellen.
2.
Raak Ethernet-instellingen of Draadloze instellingen aan.
3.
Raak Geavanceerde instellingen aan.
4.
Raak IP-instellingen aan.
5.
Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-adres
wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan.
6.
Automatisch is standaard geselecteerd. Kies om de instellingen handmatig te wijzingen
Handmatig, en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in:
IP
●
Subnetmasker
●
Standaard gateway
●
DNS-adres
●
7.
Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan.
8.
Raak OK aan.
110 Hoofdstuk 8 Netwerkinstallatie
NLWW