Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP OfficeJet Pro 8610 Gebruikershandleiding pagina 149

Inhoudsopgave

Advertenties

VOORZICHTIG: Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer
worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn geïnstalleerd nadat
de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of meer cartridgesleuven gedurende
een lange tijd leeg laten kan leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop
mogelijk beschadigen. Als u onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden en
een slechte afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen.
Zie De printkop reinigen op pagina 157 voor meer informatie.
3.
Controleer het papier in de invoerlade. Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het
niet gekreukt of te dik is.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar onder. Als u bijvoorbeeld glanzend fotopapier
plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar beneden.
Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet is gekreukt. Als het papier
tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er vegen ontstaan. Dit is mogelijk
bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg dik papier (zoals een envelop voor mailingen).
Zie Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
4.
Controleer het papiertype
HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere papiersoort die geschikt is
voor de printer. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste
standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren
met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zie
Elementaire informatie over papier op pagina 21 voor meer informatie.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd fotopapier
voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic
zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen
het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Stop al het papier dat u niet hebt gebruikt terug
in de plastic zak wanneer u klaar bent met afdrukken. Hierdoor krult het fotopapier niet.
5.
Controleer de afdrukinstellingen door te klikken op de knop die het dialoogvenster
Eigenschappen oppent. (Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer, of Voorkeuren.)
Controleer de afdrukinstellingen in het printerstuurprogramma om na te kijken of de
kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden te worden
afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals verzadiging, helderheid of
kleurschakering zijn ingesteld om het uitzicht van kleuren te wijzigen.
Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de papiersoort in de
printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren in elkaar
overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat
fotopapier zoals HP Geavanceerd fotopapier in de invoerlade is geplaatst.
OPMERKING: Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders worden weergegeven
dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er niets mis met de printer, de
afdrukinstellingen of de inktcartridges. U hoeft verder geen probleem op te lossen.
NLWW
Afdrukproblemen oplossen 133

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Officejet pro 8620Officejet pro 8630

Inhoudsopgave