s
Basisfotografie en weergave
Batterijniveau en kaartcapaciteit
Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen voordat u met
fotograferen begint.
1
Zet camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
Het bedieningspaneel gaat aan en de weergave in
de zoeker gaat branden.
2
Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau in het bedieningspaneel of de
zoeker.
Bedieningspaneel
L
K
J
I
H
H
(knippert)
3
Controleer het aantal resterende opnamen.
Het bedieningspaneel en de zoeker tonen het aantal foto's
dat kan worden gemaakt met de huidige instellingen
(waarden boven 1.000 worden naar beneden afgerond naar
het dichtstbijzijnde honderdtal, d.w.z. waarden tussen 1.000
en 1.099 worden aangeduid als 1,0 K). Als er twee
geheugenkaarten zijn geplaatst, tonen de schermen de beschikbare ruimte op de
kaart in sleuf 1 (0 31). Zodra het aantal resterende opnamen A bereikt, knippert het
nummer, gaat n of j in de sluitertijdweergaven knipperen en gaat het
pictogram voor de betreffende kaart knipperen. Plaats een andere geheugenkaart
(0 30) of verwijder een aantal foto's (0 40, 197).
A
Beeldsensor reinigen
De camera laat de beeldsensor trillen om stof te verwijderen wanneer de camera wordt in- of
uitgeschakeld (0 313).
Zoeker
—
Batterij volledig opgeladen.
—
—
Batterij gedeeltelijk ontladen.
—
Batterij bijna leeg. Laad de batterij op of maak een
d
reservebatterij gereed.
d
Ontspanknop uitgeschakeld. Laad de batterij op of vervang de
(knippert)
batterij.
Beschrijving
s
35