Opslag: voorkom de vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een droge, goed
geventileerde ruimte te bewaren. Gebruikt u een lichtnetadapter, trek dan de stekker uit het
stopcontact om brand te voorkomen. Als het product voor langere tijd niet wordt gebruikt,
verwijder dan de batterij om lekkage te voorkomen en berg de camera op in een plastic zak met een
droogmiddel. Plaats de cameratas echter niet in een plastic zak, aangezien het materiaal hierdoor
kan worden aangetast. Denk er ook aan dat het droogmiddel na verloop van tijd zijn vermogen om
vocht te absorberen verliest en daarom regelmatig dient te worden vervangen.
Voorkom schimmel of aanslag door de camera ten minste één keer per maand uit de opslag te
halen. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een aantal malen voordat u de camera weer
opbergt.
Bewaar de batterij op een koele, droge plaats. Plaats het afdekkapje van de batterij terug wanneer
u de batterij opbergt.
Opmerkingen met betrekking tot de monitor: de monitor is met extreem hoge precisie gefabriceerd; ten
minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer dan 0,01% ontbrekende of defecte pixels. Vandaar
dat deze schermen pixels kunnen bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit
(zwart) zijn. Dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn vastgelegd met dit
apparaat.
Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien dit schade of storing tot gevolg kan hebben. Stof of
vuil op de monitor kan worden verwijderd met een blaasbalgje. Vlekken kunnen worden
verwijderd door het oppervlak zachtjes schoon te wrijven met een zachte doek of zeem. Mocht de
monitor breken, pas dan op dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en dat de vloeibare
kristallen uit de monitor niet in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Batterijen: batterijen kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van batterijen:
• Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
• Stel de batterij niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• Houd de contacten van de batterijen schoon.
• Zet de camera uit voordat u de batterij verwisselt.
• Haal de batterij uit de camera of de lader wanneer deze niet in gebruik is en plaats het afdekkapje
terug. Deze appa raten onttrekken, zelfs als de camera is uitgeschakeld, een geringe hoeveelheid
stroom aan de batterij zodat de batterij zodanig kan leegraken dat deze niet langer functioneert.
Als de batterij voor langere tijd niet wordt gebruikt, plaats deze in de camera en laat de batterij
leeglopen terwijl u de camera gebruikt. Verwijder daarna de batterij en berg deze op bij een
omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C; vermijd hete of extreem koude locaties). Herhaal dit
proces tenminste eenmaal elke zes maanden.
• Het herhaaldelijk in- en uitschakelen van de camera bij een helemaal lege batterij verkort de
levensduur van de batterij. Batterijen die helemaal leeg zijn moeten voor gebruik worden
opgeladen.
• De interne temperatuur van de batterij kan tijdens gebruik aanzienlijk oplopen. Het opladen van
een batterij bij een te hoge interne temperatuur heeft een negatieve invloed op de prestaties van
de batterij en de batterij wordt mogelijk niet of slechts gedeeltelijk opgeladen. Wacht met
opladen totdat de batterij is afgekoeld.
n
319