De standknop
De camera beschikt over de
hieronder vermelde standen.
Druk op de ontgrendelingsknop
van de standknop en draai aan
de standknop om een stand te
kiezen.
X
Standen voor speciale effecten (0 177)
Gebruik speciale effecten tijdens het fotograferen.
Standen U1 en U2 (0 55)
Bewaar en herroep aangepaste opname-instellingen.
A
Objectieven zonder CPU
Objectieven zonder CPU (0 295) kunnen alleen in de standen A en M worden gebruikt. Het
selecteren van een andere stand als er een objectief zonder CPU is bevestigd, schakelt het
ontspannen van de sluiter uit.
6
Standknop
Ontgrendelingsknop van standknop
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen om de camera volledig naar wens te kunnen instellen.
• P—Automatisch programma (0 48)
• S—Sluitertijdvoorkeuze (0 49)
• A—Diafragmavoorkeuze (0 50)
• M—Handmatig (0 51)
Automatische standen
Selecteer deze standen voor eenvoudige
richten-en-vastleggen-fotografie.
• i Automatisch (0 36)
Onderwerpstanden (0 41)
De camera optimaliseert automatisch de instellingen die
passen bij het geselecteerde onderwerp. Pas uw selectie aan
het te fotograferen onderwerp aan.
• j Automatisch (flitser uit) (0 36)