3
Kadreer, stel scherp en maak de foto.
De camera verandert Actieve D-Lighting beeld voor beeld,
overeenkomstig het geselecteerde bracketingprogramma.
Terwijl bracketing actief is, wordt een aanduiding voor de
voortgang van de bracketing in het bedieningspaneel
weergegeven. Na elke opname verdwijnt een deel uit de
aanduiding: als het bracketingprogramma twee opnamen
bevat, verandert de aanduiding van
programma drie opnamen bevat, verandert de aanduiding
van
naar
Druk op de D-knop om bracketing te annuleren en draai aan de hoofdinstelschijf tot de
aanduiding voor de voortgang van de bracketing en het d-pictogram niet langer
worden weergegeven.
t
A
ADL-bracketing
In de ontspanstanden continu lage snelheid en continu hoge snelheid pauzeert de opname nadat
het aantal opnamen, zoals gespecificeerd in het bracketingprogramma, werd vastgelegd. De
opname wordt hervat zodra de ontspanknop de eerstvolgende keer wordt ingedrukt. Telkens
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera het aantal opnamen dat is
geselecteerd in stap 2 op pagina 139, ongeacht de optie die is geselecteerd voor persoonlijke
instelling c3 (Zelfontspanner) > Aantal opnamen (0 237); het interval tussen de opnamen
wordt echter door persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Interval tussen opnamen
geregeld. In andere standen wordt er een opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Als de geheugenkaart vol is voordat de hele opnamereeks is gemaakt, kan het opnemen worden
hervat vanaf de volgende opnamereeks nadat de geheugenkaart is vervangen of opnamen zijn
verwijderd om ruimte op de geheugenkaart vrij te maken. Als de camera wordt uitgeschakeld
voordat alle foto's in de reeks zijn gemaakt, wordt bracketing hervat vanaf de volgende foto in de
serie nadat de camera weer is ingeschakeld.
140
naar
.
naar
en als het