11 Rotatiebereik van de AI 80–200mm f/2.8 ED wordt bij bevestiging op een statief beperkt door de camerabody.
Filters kunnen niet worden verwisseld terwijl de AI 200–400mm f/4 ED op de camera is gemonteerd.
12 Als het maximale diafragma wordt opgegeven met behulp van Objectief zonder CPU (0 149), wordt de
diafragmawaarde weergegeven in de zoeker en in het bedieningspaneel.
13 Kan alleen worden gebruikt als de brandpuntsafstand en het maximale diafragma zijn opgegeven met
behulp van Objectief zonder CPU (0 149). Gebruik spotmeting of centrumgerichte meting als de gewenste
resultaten niet worden bereikt.
14 Voor een grotere nauwkeurigheid stelt u de brandpuntsafstand en het maximale diafragma in met behulp
van Objectief zonder CPU (0 149).
15 Kan worden gebruikt in de handmatige stand M bij sluitertijden die ten minste één stap langer zijn dan de
flitssynchronisatietijd.
16 De belichting kan worden bepaald door het diafragma vooraf in te stellen. Stel in stand A het diafragma
vooraf in met behulp van de diafragmaring van het objectief alvorens AE-vergrendeling uit te voeren en het
objectief te verschuiven. Stel in de stand M het diafragma in met behulp van de diafragmaring van het
objectief en bepaal de belichting alvorens het objectief te verschuiven.
17 Belichtingscorrectie is vereist wanneer gebruikt in combinatie met AI 28–85mm f/3.5–4.5, AI 35–105mm
f/3.5–4.5, AI 35–135mm f/3.5–4.5, of AF-S 80–200mm f/2.8D. Raadpleeg de handleiding van de teleconverter
voor meer informatie.
18 Bij maximaal effectief diafragma van f/5.6 of sneller.
19 Automatische tussenring PK-12 of PK-13 is vereist. Afhankelijk van de cameraoriëntatie is mogelijk de PB-6D
vereist.
20 Gebruik een vooraf ingesteld diafragma. Stel in stand A het diafragma in met behulp van de
scherpstelbevestiging alvorens de belichting te bepalen en de foto te maken.
• Voor de repro-unit PF-4 is de camerahouder PA-4 vereist.
• Ruis in de vorm van horizontale lijnen kan verschijnen in films opgenomen met de volgende objectieven aan
ISO-gevoeligheden van 6400 of hoger; gebruik handmatige scherpstelling of scherpstelvergrendeling.
- AF-S Zoom Nikkor 24–85mm f/3.5–4.5G (IF)
- AF-S DX Zoom-Nikkor 18–70mm f/3.5–4.5G IF-ED
A
CPU- en G- en D-type objectieven herkennen
Het is raadzaam CPU-objectieven (voornamelijk G- en D-types) te gebruiken, maar merk op dat
IX-NIKKOR-objectieven niet geschikt zijn. CPU-objectieven zijn te herkennen aan de
aanwezigheid van CPU-contacten, G- en D-type objectieven aan een letter op de objectiefvatting.
G-type objectieven zijn niet uitgerust met een diafragmaring.
CPU-contacten
n
CPU-objectief
296
G-type objectief
Diafragmaring
D-type objectief