4
Kies de hoeveelheid versterking.
Markeer Automatische versterking en druk
op 2.
De volgende opties worden weergegeven.
Markeer een optie en druk op J.
• Aan: versterking wordt aangepast aan het
werkelijke aantal vastgelegde belichtingen
(versterking voor elke belichting is ingesteld
1
op
/
voor twee belichtingen,
2
belichtingen, enz.).
• Uit: versterking wordt niet aangepast bij het opnemen van meervoudige
belichting. Aanbevolen bij een donkere achtergrond.
5
Kadreer, stel scherp en maak de foto.
In de ontspanstanden continu hoge snelheid en continu lage
snelheid (0 57) neemt de camera alle belichtingen in een
enkele serieopname op. Als Aan (reeks) is geselecteerd, blijft
de camera meerdere belichtingen opnemen zo lang als de ontspanknop wordt
ingedrukt; als Aan (één foto) is geselecteerd, eindigt meervoudige
belichtingsopname na de eerste foto. In de zelfontspannerstand registreert de
camera automatisch het aantal opnamen dat is geselecteerd in stap 3
op pagina 142, ongeacht de optie die is geselecteerd voor persoonlijke instelling
c3 (Zelfontspanner) > Aantal opnamen (0 237); het interval tussen opnamen
wordt echter geregeld door persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Interval
tussen opnamen. In andere ontspanstanden wordt één foto gemaakt, elke keer
dat de ontspanknop wordt ingedrukt; ga door met het opnemen totdat alle
belichtingen zijn opgenomen (voor informatie over het onderbreken van een
meervoudige belichting voordat alle foto's zijn vastgelegd, zie pagina 144).
Het n-pictogram knippert totdat de opname is beëindigd.
Als Aan (reeks) is geselecteerd, eindigt meervoudige
belichtingsopname alleen wanneer Uit is geselecteerd voor
de stand meervoudige belichting; als Aan (één foto) is
geselecteerd, eindigt meervoudige belichtingsopname
wanneer de meervoudige belichting is voltooid. Het n-pictogram verdwijnt uit het
weergavescherm wanneer de meervoudige belichtingsopname wordt beëindigd.
1
/
voor drie
3
t
143