9. Aftakas uitschakelen, handrem
aantrekken, motor stilzetten en
contactsleutel verwijderen.
10. Borg beide machines met het
verbindingsstuk (Fig. 24/1).
11. Borg de pennen met borgpennen.
12. De lengte van de topstang van de tractor
(Fig. 24/2) zodanig in dat de
rotorcultivator/-eg in de werkstand
ongeveer horizontaal staat.
13. De koppelingsas van de rotorcultivator/-eg
op de aftakas van de tractor aansluiten
(zie bedieningshandleiding van de
rotorcultivator/-eg).
TL 3001 BAH0044-2 03.18
Fig. 24
Rust de rotorcultivator/-eg met een langere koppelingsas uit als de
rotorcultivator/-eg van tevoren direct achter de trekker heeft gewerkt.
De lengte van de koppelingsas moet voor het eerste gebruik aan de
tractor worden aangepast en ook wanneer van type tractor wordt
gewisseld (zie handleiding van de rotorcultivator/-eg).
VOORZICHTIG
Breng de werktuigen van de diepwoeler naar het niveau van de
rotorcultivator/-eg vóór het afkoppelen van de combinatie van de
tractor (zie hoofdstuk "Werkdiepte van de diepwoeler instellen",
op pagina 51).
Machine aan- en afkoppelen
49