6.2
Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen
TL 3001 BAH0044-2 03.18
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden,
vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en
stoten bij handelingen aan de machine door
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde
onderdelen.
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Alle handelingen aan de machine, zoals
montagewerkzaamheden, instellen, verhelpen van storingen,
reinigen, uitvoeren van service- en onderhoudswerkzaamheden,
zijn verboden
als de machine nog wordt aangedreven;
zolang de tractormotor met aangesloten cardanas /
hydraulisch systeem draait;
als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en
de tractormotor met aangesloten cardanas/hydraulisch
systeem onbedoeld kan worden gestart;
als tractor en machine niet met hun eigen handrem tegen
onbedoeld wegrollen beveiligd zijn
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld
bewegen zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Parkeer de tractor met de machine alleen op een vaste en
vlakke bodem.
2. Laat de opgetilde, onbeveiligde machine/opgetilde, onbeveiligde
machinedelen zakken.
Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken.
3. Zet de motor van de tractor uit.
4. Verwijder de contactsleutel.
5. Trek de handrem van de tractor aan.
In bedrijf stellen
41