14
WEGTRANSPORT
14.1 TRANSPORT OP DE OPENBARE WEG (ALGEMEEN)
Let op de verkeersvoorschriften van de nationale wetgever.
De asbelasting en het totaalgewicht van de tractor mogen niet worden overschreden.
De aanbouwmachine moet landspecifiek met waarschuwingsborden of folie met wit-rode schuine
balken worden gemarkeerd (conform DIN, ÖNORM of de geldende landspecifieke normen).
Verkeersgevaarlijke of gevaarlijke onderdelen (bijv. tanden) moeten afgedekt en daarnaast met
waarschuwingsborden of folie kenbaar gemaakt worden.
Waarschuwingsborden of folies mogen zich tijdens het rijden maximaal 150 cm boven de rijbaan
bevinden.
Verlichtingsinrichtingen van de trekker mogen niet bedekt zijn door de machine, anders moeten deze
ook op de aanbouwmachine worden aangebracht.
De bestuurbaarheid van de tractor mag door de aanbouwmachine niet worden beïnvloed of
verminderd!
Om de transportstand of nodige transportbreedte voor het wegtransport te bereiken, moeten zowel
de zijdelen als de walsen volledig worden ingeklapt. Hierbij dient erop te worden gelet dat vooral op
de hydraulische cilinders van de walsverstelling niet te veel clips gemonteerd mogen zijn, omdat
anders de wegtransportbreedte van < 3,0 m niet in acht kan worden genomen.
Zorg ervoor dat de klapvergrendeling is vastgeklikt!
Controleer of bij het werken geen splitpennen of dergelijke verloren zijn gegaan.
De hydraulische slangen pas thuis via de neutrale stand van de tractorregeleenheid ontlasten.
De houder voor de waarschuwingsborden wordt op het middenframe en het chassis gemonteerd.
Bij het rijden over de openbare weg na gebruik op het veld de machine reinigen (aarde, gras, etc.).
Controleer vóór het transport de juiste aansluiting van het hydraulische en het remsysteem en ook of
de parkeerrem vóór de rit is losgezet. Controleer de remwerking voor het begin van de rit.
Controleer de werking van de verlichting en de goede zichtbaarheid van de waarschuwingsborden
met verlichting (toebehoren).
Zeker de zijdelen van de machine in transportstand tegen gevaarlijke positieveranderingen door de
hiervoor bestemde klapbeveiliging te gebruiken.
Pas uw rijsnelheid aan de actuele omstandigheden aan.
Na het volledig inklappen en vastklikken van de beide veiligheidshaken moeten de hydraulische
leidingen kortstondig worden ontlast, zodat de zijdelen ruim in de veiligheidshaken liggen. Na dit
kortstondig ontlasten van het stuurapparaat moet het opnieuw worden vergrendeld zodat hier een
dubbele veiligheid is gegarandeerd.
34