LET OP!
Bij elke klapbewerking van de zijframes moet een visuele controle van de klapvergrendeling door
de bestuurder worden uitgevoerd.
Het wegtransport mag uitsluitend met vastgeklikte klapvergrendeling worden
TIP!
Voor het eenvoudiger losmaken van de klapvergrendeling de klapcilinder kort onder druk zetten.
De klapcilinder schuift hierdoor helemaal uit en het zijframe wordt weer volledig opgetild.
8.10 KEREN AAN DE KOPAKKER
8.10.1 KEREN MET WALS
Bij het keren aan de kopakker worden eerst de trekstangen opgetild, daarna wordt de wals omlaaggedrukt
zodat de machine op de walsen loopt. Het optillen van de trekstangen is nodig om te garanderen dat er
onder het tandenveld voldoende bodemvrijheid bestaat en de tanden niet zijdelings verbogen worden.
LET OP!
We adviseren uitsluitend het gebruik van de lagerbesturing van de 3-punts hefinrichting aan de
tractor om ongecontroleerde diepteveranderingen aan de trekstangen te vermijden.
8.10.2 KEREN MET CHASSIS
De machine wordt over het chassis opgetild om vervolgens te keren. We adviseren om ook de trekstangen
op te tillen.
OPMERKING!
Als de hydraulische sensor voor de gemonteerde zaaimachine in de walscilinders is ingebouwd,
dan is deze bij het keren aan het chassis niet actief. Als oplossing kan
a) de hydraulische sensor in de chassiscilinder door gekwalificeerd vakpersoneel worden
gemonteerd.
b) bij het keren een korte handmatige drukimpuls aan de walscilinder worden gegeven zodat de
zaaias wordt uitgeschakeld. Hierbij dient erop te worden gelet dat na het keren een nieuwe
drukimpuls moet worden gegeven zodat de zaaibewerking wordt voortgezet.
8.11 VERLADEN EN LOSSEN OP EEN DIEPLADER
Als men de machine met een dieplader wil transporteren, dan moet op het volgende worden gelet:
De machine moet ingeklapt en het chassis
neergelaten zijn (zie Afbeelding 31).
De machine moet tijdens het ver- en beladen
maximaal worden opgetild om een zo groot mogelijke
bodemvrijheid te bereiken.
De machine in lengterichting op de dieplader
neerzetten (zie Afbeelding 31).
De sjorpunten bevinden zich aan
het middenframe (2 punten)
de dissel (1 punt)
het zijframe (1 punt per frame)
het walsframe (1 punt per frame).
Elk sjorpunt is met het aanwijsbord "Verlaadhaak" gemarkeerd (zie punt 7.1).
De parkeerrem (indien beschikbaar) wordt aangetrokken.
De wielen worden vastgesjord.
Afbeelding 31
uitgevoerd.
27