Na het volledig uit elkaar klappen moet het stuurapparaat aan de aangekoppelde tractor in zweefstand
worden gezet om de gewenste bodemaanpassing van de machine te garanderen.
Als de machine afwijkend van deze instructies uit elkaar geklapt of gebruikt wordt, is de aansprakelijkheid
van de fabrikant uitgesloten.
8.4
SAMENKLAPPEN VAN WERK- IN TRANSPORTSTAND
De hydraulische cilinders voor de diepte-instelling van de walsen moeten zich in maximaal ingetrokken
stand bevinden. Bij het gebruik van de 410mm-tandwals mag de totale lengte van de gebruikte clips op
de walscilinders max. 100 mm bedragen. Als een daarvan afwijkende cliplengte wordt gebruikt, moet deze
clip vóór het rijden op de openbare weg worden gedemonteerd om de wegtransportbreedte van < 3,0 m
in acht te nemen.
Bij het gebruik van een wals met een grotere diameter mag de gemonteerde cliplengte korter zijn om de
wegtransportbreedte van < 3,0 m in acht te nemen.
Het stuurapparaat aan de aangekoppelde tractor voor het verstellen van de hydraulische walscilinders
moet tijdens het rijden op de weg gezekerd zijn zodat de wegtransportbreedte niet door toeval wordt
versteld of breder wordt.
8.5
WERKPOSITIE EN INSTELLING VAN DE WERKDIEPTE
8.5.1
DIEPTE-INSTELLING / TREKDISSELINSTELLING
De werkdiepte van de machine wordt via de walspositie en de hoogte van de trekstangen ingesteld:
1.
Afhankelijk van hoe agressief de bodem moet
worden bewerkt, worden de hydroclips van de
walscilinder genomen of erop gestoken.
Het
verstellen
walscilinders kan alleen in opgetilde en ingeklapte
transportstand
worden
clipdragers aan de machine niet zonder gevaar
kunnen worden bereikt.
Nadat het nieuw gekozen aantal clips op de
walscilinders werd gemonteerd, moet de machine
weer in werkpositie uit elkaar worden geklapt en
moet de nieuw gekozen werkdiepte worden
uitgetest. Deze procedure moet zo vaak worden
herhaald tot de juiste werkdiepte werd gevonden.
Bij de demontage van de clips moet ervoor zorgen dat de aluminiumschalen niet uit de veerklemmen
vallen, omdat deze niet afzonderlijk zijn geborgd.
Om de clips te kunnen monteren, moeten de walscilinders iets worden uitgeschoven. Om een te
snelle beweging van de walscilinders te vermijden, moeten de doorstroomhoeveelheden aan de
stuurapparaten van de aangekoppelde tractor op minimale oliehoeveelheden worden ingesteld.
Nadat het gewenste aantal en de gewenste dikte aan hydroclips werd ingehangen of verwijderd,
worden de walscilinders weer tot aan de aanslag ingetrokken.
LET OP!
Bij alle cilinders moet hetzelfde aantal hydroclips met de nodige dikte worden gemonteerd.
2. De positie van de trekstang moet zo worden gekozen dat het frame van de machine parallel aan het
veld staat. Met de positie van de trekstangen kan ook de werkdiepte naar wens worden aangepast.
van
de
werkdiepte
uitgevoerd
aan
de
omdat
de
Afbeelding 22
23