Wanneer ingesteld op <Aan>
Het kan gebeuren dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
Speciale verwerking
Als de afdrukresultaten op speciale papiersoorten niet naar wens zijn, kunt u de volgende instellingen proberen om de
kwaliteit van de afdrukken te verbeteren.
Speciale afdrukmodus U
Als er tonerspatten zichtbaar zijn rond tekst en patronen op afdrukken, selecteert u <Aan>.
Uit
Aan
<Menu>
<Aan>
Wanneer ingesteld op <Aan>
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het type papier (vooral lichtgewicht papier) en de
afdrukomgeving (vooral hoge luchtvochtigheid).
Speciale afdrukmodus V
Wijzig deze instelling als gekrulde of gekreukelde afdrukken worden uitgevoerd.
Uit
Modus 1
Modus 2
Modus 3
<Menu>
selecteer de modus
De instelling activeren
Overzicht van menuopties
<Aanpassing/onderhoud>
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale verwerking>
540
<Speciale afdrukmodus U>
<Speciale afdrukmodus V>