5
Voer het faxnummer in met de numerieke toetsen (
<Toepassen>.
6
Tik op <Volgende>.
7
Voer de naam van het apparaat in (zoals een gebruikersnaam of bedrijfsnaam) (
Tekst invoeren(P. 38) ) en tik op <Toepassen>.
●
Gebruik een naam van maximaal 24 alfanumerieke tekens.
●
Tik op <A/a/12> om de gewenste invoermodus te selecteren.
»
Ga verder met
KOPPELINGEN
Faxen ontvangen(P. 144)
Faxen
De ontvangstmodus selecteren(P. 112)
Tekst invoeren(P. 38) ) en tik op
111