De machine configureren voor afdrukken of faxen
vanaf een computer
Als u het apparaat gebruikt als een netwerkprinter of om faxen te versturen vanaf een computer, kunt u de
protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken voor afdrukken en een printserver instellen voor het
apparaat. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer nadat u de basisprocedures
hebt uitgevoerd, zoals het installeren van het printerstuurprogramma. Zie "Installatiehandleiding MF-
stuurprogramma" voor meer informatie.
●
Afdrukprotocollen zijn regels die moeten worden gevolgd om documentgegevens die zijn gemaakt op een
computer af te leveren op het apparaat. U kunt een afdrukprotocol selecteren op basis van het doel van de
afdruktaak of de netwerkomgeving.
●
Poorten zijn gateways om documentgegevens door te geven van een computer naar de printer. Als het niet
lukt documenten af te drukken vanaf een netwerkcomputer, wordt dit vaak veroorzaakt door onjuiste
poortinstellingen.
Netwerk
354
183S-06K