●
Als u bestemmingen eenvoudiger wilt invoeren via het adresboek, raadpleegt u
bestemmingen gebruiken(P. 185) .
●
Als u [Verzonden faxgegevens en afbeelding opslaan] selecteert, kunt u de logboeken voor verzonden
documenten opslaan en gedetailleerde informatie over een verzonden document controleren, zoals de
faxafbeelding, de bestemmingen en het aantal pagina's. Klik voor meer informatie op [Help] op het
faxstuurprogrammascherm.
●
Als het [Faxnummer bevestigen] of [URI bevestigen] veld actief is, moet u ook het bijbehorende nummer
in het veld invoeren. De instelling of te bevestigen ingevoerde nummers kunnen worden gewijzigd in het
faxstuurprogrammascherm. Klik voor meer informatie op [Help] op het faxstuurprogrammascherm.
4
Voeg indien nodig een voorblad toe aan het document.
aan faxen die u verstuurt vanaf een pc(P. 174)
5
Klik op [Verzenden] om het document te verzenden.
Faxen
173
Opgeslagen
Een voorblad toevoegen