Wijzig standaardinstellingen
Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het versturen van faxen. De geselecteerde instellingen worden
gebruikt als de standaardinstellingen voor het scannen van documenten.
wijzigen(P. 141)
Resolutie
200 x 100 dpi (Normaal)
200 x 200 dpi (Fijn)
200 x 200 dpi (Foto)
200 x 400 dpi (Superfijn)
Densiteit
Negen niveaus
*2
2-zijdig origineel
Uit
Type boek
Type kalender
Scherpte
Zeven niveaus
Registreer apparaatnaam
Registreer de naam van een bedrijf of persoon.
registreren(P. 110)
De geregistreerde naam wordt naar de bestemming verzonden als informatie over de afzender.
ID(P. 516)
ECM TX
Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) in- of uitschakelen. ECM controleert op fouten in faxgegevens en
corrigeert deze. Als u foutcorrectie wilt toepassen op ontvangen faxen gaat u naar
Uit
Aan
●
ECM moet zijn ingeschakeld op het apparaat en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles
worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat.
●
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de
telefoonlijn.
●
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -
correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
<Menu>
<Faxinstellingen>
Overzicht van menuopties
Het faxnummer en de naam van het apparaat
<Instellingen voor TX-functie>
514
De standaardinstellingen
TX Terminal-
ECM RX(P. 518) .
<ECM TX>
<Aan>