6
Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat.
[Sleutelinstellingen]
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u
eenvoudig kunt terugvinden in lijsten.
[Handtekeningalgoritme]
Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst.
[Sleutelalgoritme]
RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Hoe groter het aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt. De beveiliging
echter is krachtiger.
●
[512 bits] kan niet als sleutellengte worden geselecteerd als [SHA384] of [SHA512] is geselecteerd
voor [Handtekeningalgoritme].
[Instellingen certificaatondertekeningsverzoek (CSR)]
[Land/Regio]
Klik op [Selecteer land/regio] en selecteer uw land/regio in de vervolgkeuzelijst. U kunt ook klikken op
[Voer internetlandcode in] en een landcode invoeren, zoals NL voor Nederland.
[Staat]/[Plaats]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de locatie.
[Organisatie]/[Afdeling]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de organisatie.
[Standaardnaam]
Beveiliging
451