Als <Bevestig ingevoerd faxnummer> is ingesteld op <Aan>, verschijnt er een scherm met de vraag de
bestemming nogmaals in te voeren (
documenten(P. 430) ). Voer ter bevestiging dezelfde bestemming in.
Bestemmingen opgeven vanuit het adresboek
1
Tik <Bestemming>.
2
Tik <Opgeven uit adresboek>.
3
Selecteer een tabblad met
<Alles>
Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen. De symbolen of pictogrammen
naast bestemmingen worden hieronder toegelicht.
<A-Z>/<0-9>/<ABC> aan <YZ>
Druk hierop om bestemmingen weer te geven met namen van ontvangers waarvan de eerste tekens
overeenkomen met de tekens op het geselecteerde tabblad.
<
>
Druk hierop om bestemmingen voor faxen weer te geven.
<
>
Druk hierop om bestemmingen voor e-mails weer te geven. Niet gebruiken in deze procedure.
Opgeven vanuit het adresboek(P. 123)
<
>
Druk hierop om bestemmingen voor gedeelde mappen weer te geven. Niet gebruiken in deze procedure.
Opgeven vanuit het adresboek(P. 123)
<
>
Druk hierop om bestemmingen weer te geven die zijn opgeslagen met de functie Groepskiezen.
<
>
Faxen
Bestemmingen controleren vóór het verzenden van
/
.
118