3. Instructies voor gebruik
3.1 Opstarten
Nadat het apparaat is ingeschakeld en het welkomstscherm is verschenen,
ziet u het hoofdscherm 'apparaatbeheer' en moet u het wachtwoord
invoeren.
Om de behandeling te beginnen, drukt u op 'Snelle start', kiest u de
emissiemodus (continu, onderbroken, enz.), stelt u het vermogen in door
op de knop 'laservermogen' te drukken en kiest u de hoeveelheid energie
door op 'joule' te drukken. Neem het handstuk uit de houder, plaats het
afstandsstuk voor het handstuk en druk op de voetschakelaar om de
laseremissie te activeren. Het handstuk moet altijd loodrecht op de patiënt
worden gehouden. U kunt het vermogen verhogen of verlagen door de
knop rechtsom/linksom te draaien.
Het onderste deel van het scherm laat het werkelijk toegediende vermogen,
de tijd, de hoeveelheid uitgestraalde energie en de temperatuur van de
laserkop zien.
15
NL