Section 9 - Accessoires gebruiken
9.1 Over accessoires
Zowel de ontvanger als de zender is compatibel met een
breed scala aan accessoires.
Als een accessoire aangesloten is, herkent de
kabelzoeker of zender dit en schakelt de modus in die
passend is voor het accessoire. Als u bijvoorbeeld een
A-frame aan de RD7200-zoeker aansluit, schakelt de
kabelzoeker automatisch naar de modus fouten
opsporen en wordt het aantal beschikbare frequenties
beperkt tot de frequenties die compatibel zijn met het A-
frame. Op het LCD-scherm wordt ook een pictogram van
het accessoire weergegeven, en pictogrammen die niet
van toepassing zijn, worden van het scherm verwijderd.
Radiodetection
heeft
afbeeldingen
en
informatie
accessoires,
en
dit
www.radiodetection.com.
Voor een volledige lijst met ondersteunde accessoires
die gekocht kunnen worden, zie de bijlage
9.2 Hoofdtelefoon
Radiodetection levert een optionele hoofdtelefoonset
voor de RD7200-zoeker. De hoofdtelefoon beschikt over
een verstelbare hoofdband om te zorgen dat hij goed
past als hij in het veld gebruikt wordt. De hoofdtelefoon
beschikt ook over volumeaanpassing voor zowel de
linker- als rechterluidspreker.
Steek
de
3,5
mm
hoofdtelefoonaansluiting op de kabelzoeker. Deze
bevindt zich naast het accessoireaansluiting.
WAARSCHUWING! Verlaag voor het dragen van een
hoofdtelefoon het volume om schade aan uw gehoor te
voorkomen.
WAARSCHUWING! Het dragen van een hoofdtelefoon
kan uw bewustzijn van gevaren in veld verlagen, zoals
langsrijdend verkeer of andere zware machines. Blijf
oplettend!
9.3 Kabelzoekertangen
Een kabelzoekertang wordt gebruikt voor het positief
lokaliseren en identificeren van een kabel als er
verschillende kabels dicht bij elkaar liggen.
Een doelkabel kan in een put, in een goot of ander
toegangspunt geïdentificeerd worden door een tang op
de kabelzoeker aan te sluiten en iedere kabel
afzonderlijk te onderzoeken. De signaalsterkterespons
op het scherm van de kabelzoeker moet voor iedere
kabel genoteerd worden.
© 2021 Radiodetection Ltd
een
accessoireblad
van
alle
toepasbare
is
beschikbaar
hoofdtelefoonplug
in
Wanneer gebruikt u tangen?
Tangen kunnen gebruikt worden wanneer:
Verschillende kabels of pijpleidingen in de buurt van
elkaar liggen.
Een kabel of pijpleiding bereikbaar is via een
inspectiegat of mangat.
Een tang aansluiten
1
Steek
de
accessoireaansluiting op de voorkant van de
RD7200-zoeker.
2
Plaats de tang rond de pijpleiding of kabel en
met
schakel de kabelzoeker in.
op
3
Stel de frequentie in op dezelfde frequentie als op
de zender.
4
Plaats de tang beurtelings rond iedere kabel en
noteer de balkgrafiekrespons. Vergelijk de sterkte
van de respons van iedere kabel. De kabel met een
aanzienlijk sterkere respons dan de anderen is de
kabel waarop het zendersignaal is toegepast.
de
Figuur 9.1: Tangen aansluiten
Om te zorgen dat de doelkabel juist geïdentificeerd is,
wisselt u de positie van de zender en kabelzoeker om en
controleert u of de sterkste respons nog steeds
ontvangen wordt van de doelkabel op de kabelzoeker in
de nieuwe positie.
Bereik kabelzoekertang
Standaard tang
De tang kan in de accessoireaansluiting op de
kabelzoeker geplugd worden en wordt gebruikt voor
kabelidentificatie op punten waar de kabel toegankelijk
is. De standaardtangen zijn geschikt voor kabels met
een diameter tot 130mm.
aansluiting
van
de
tang
in
de
36