Figuur 6.3 Stroommetingen
In drukke gebieden waar meer dan één lijn aanwezig is,
kan de kabelzoeker soms een sterk signaal detecteren
van een aangrenzende lijn waaraan het signaal
gekoppeld is of waarmee het gemeenschappelijke grond
deelt omdat deze dichter bij het oppervlak ligt. Hoewel
stroommetingen compensatie hebben voor diepte, wordt
de signaalrespons minder als de diepte stijgt.
Niet de lijn met de hoogste respons, maar de lijn met de
hoogste stroommeting is de doellijn waarop het
zendersignaal is aangesloten.
Het meten van stroom biedt handige informatie over de
positie van bochten en splitsingen. Het meten van
stroom na een t-bocht geeft de hoofdlijn weer die meer
stroom trekt langs een langere lengte.
© 2021 Radiodetection Ltd
Figuur 6.4 - 6.6 Stroommetingen doen
Een zendersignaal toepassen
Het zendersignaal kan op dezelfde wijze aangesloten,
geklemd of geïnduceerd worden op de doellijn als het
signaal voor lijntracering wordt toegepast.
WAARSCHUWING! Een directe verbinding
met onder spanning staande geleiders is
POTENTIEEL DODELIJK. Directe verbindingen
met geleiders die onder spanning staan mogen
alleen gemaakt worden door gekwalificeerd
personeel met behulp van de juiste producten
die geschikt zijn voor verbinding met lijnen die
onder spanning staan.
30