Als u de modus Piek+ gebruikt, schakel dan naar
nulpijltjes door de toets
anders naar de nulantennemodus.
Beweeg met de kabelzoeker om de nulpositie te vinden.
Als
de
positie
van
overeenkomen, kan aangenomen worden dat de locatie
nauwkeurig is vastgesteld. De locatie is niet precies als
de markeringen niet overeenstemmen, maar beide
markeringen tonen een fout aan dezelfde kant. De echte
lijnpositie is in de buurt van de piekpositie.
De lijn ligt op de halve afstand tussen piek en nul aan de
andere kant van de piekpositie.
Figuur 5.2: De exacte locatie van een
doellijn zoeken
Figuur 5.3: Exacte positie vaststellen met Piek- en
nulindicatoren
5.7 Zwaaien en zoeken
Er zijn een aantal technieken voor het lokaliseren van
onbekende lijnen in een gebied. Het gebruik van deze
technieken
is
vooral
graafwerkzaamheden gaat uitvoeren om te zorgen dat
er geen ondergrondse leidingen beschadigd worden.
Passieve zoekfunctie
De passieve zoekfunctie wordt gebruikt voor het
opsporen van stroom-, radio-, of CPS-signalen die
uitgestraald
kunnen
geleiders.
Passief zoeken:
1
Druk op de toets
selecteren die u wilt opsporen. U kunt kiezen uit de
volgende passieve frequenties (afhankelijk van het
model):
Elektra
Radio
CPS
(Cathodic
Kathodisch beschermingssysteem)
© 2021 Radiodetection Ltd
ingedrukt te houden. Schakel
de
piek-
en
nulposities
van
belang
voordat
worden
door
ondergrondse
om de passieve frequentie te
Protection
System
2
Pas de gevoeligheid naar maximaal aan; verlaag de
gevoeligheid om de balkgrafiek op schaal te houden
als er een respons is.
3
Doorkruis het gebied in een raster, loop regelmatig
en houd de kabelzoeker comfortabel vast met de
antenne in lijn met de beweegrichting in een rechte
hoek op lijnen die gekruist kunnen worden.
Figuur 5.4: Passieve zoekfunctie
Stop als de respons van de kabelzoeker stijgt, om de
aanwezigheid van een lijn te signaleren. Lokaliseer de
lijn en markeer de positie. Traceer de lijn uit het gebied
dat onderzocht wordt. Ga weer verder met de zoektocht
in rastervorm in het gebied.
In sommige gebieden kan er een verwarrende
hoeveelheid aan 50/60Hz voedingssignalen aanwezig
zijn. Til de kabelzoeker 50mm van de grond en blijf heen
en weer bewegen, of gebruik de toets
voedingsmodus te schakelen en de Power Filters te
gebruiken
om
onderscheiden.
Schakel de kabelzoeker naar de radiomodus. Verhoog
de
gevoeligheid
bovenstaande onderzoeksprocedure in rastervorm in
het gebied. Lokaliseer, markeer en traceer elke
gevonden lijn.
In de meeste, maar niet alle, gebieden, kunt u met
radiomodus lijnen lokaliseren die geen voedingssignalen
afgeven en er dient een rasteronderzoek uitgevoerd te
worden in zowel de modus voeding als radio.
u
Inductief onderzoek
Een inductief onderzoek biedt meer zekerheid bij het
opsporen van onbekende leidingen. Voor dit soort
onderzoeken is een zender, een kabelzoeker en twee
mensen nodig. Dit soort onderzoek wordt ook wel een
'tweepersoonsonderzoek' genoemd. Voordat u het
onderzoek start, stelt u het gebied vast dat onderzocht
moet worden en de mogelijke richting van de lijnen die
door het gebied lopen. Controleer of de zender is
ingeschakeld in inductiemodus.
-
individuele
lijnen
te
naar
maximaal
en
om van
kunnen
herhaal
25