Staafdiagram: geeft signaalsterkte aan(dB of procent). Pieksignaal wordt d.m.v. een marker weergegeven. Mantelfout-zoekmodus (FF): 8K-mantelfouten opsporen met behulp van een Radiodetection A-frame antenne. Antenne-display: maximum-signaal (dubbel-horizontale-antenne) , minimum- signaal (vertikale antenne). Batterijstatus: geeft de batterijstatus aan. Bij een minimum (geen balkje) is opsporen niet mogelijk.
Pagina 3
automatisch naar gemiddelde waarde weergave, zodra het signaal zich buiten het bereik van de ontvanger bevind. Het continu drukken op de op/neer pijltoetsen = 1 dB verhogen/reduceren. Functietoets: kort drukken om de gewenste opspoorfrequentie of opspoormethode te selecteren. Instellingsmogelijkheden Wanneer de ontvanger ingeschakeld is, druk dan kort op de Aan/Uit- knop om in het Instellingenmenu te komen.
Pagina 4
PCM + Tx Zender De PCM + zender heeft een robuuste, watervaste koffer. Om de zender te openen, moet men de klemmen, welke zich aan beide kanten van het handvat bevinden, losmaken. In bepaalde situaties kan het voorkomen dat de luchtdruk in de behuizing gelijkmatigd moet worden door het losdraaien van de kleine schroef welke zich onder het handvat bevindt.
Pagina 5
ELF Transport lijnen ELF maximum bereik: • 35% 4 Hz • 65% ELF (128 Hz of 98 Hz) ELFCD Transport en distributie lijnen ELF stroomrichting (ELFCD), gemiddeld bereik: • 35% 4 Hz • 30% 8 Hz (stroomrichting) • 35% ELF (128 Hz of 98 Hz) Frequentie keuze LFCD Distributie lijnen LF stroomrichting (LFCD), alternatieve frequentie.
De PCM+ kan een reeks actieve frequenties opsporen; bijvoorbeeld de frequenties welke de PCM+TX zender op een leiding kan zetten. Opspoor werkwijze Kies met de ontvanger een opspoor modus en stel dezelfde frequentie ook op de zender in.
Hoe dichter u boven de leiding komt, des te sterker wordt het signaal. Daar waar het geluissignaal het sterkst is, draait u de ontvanger rond de as. Het signaal zal verzwakken, tot u een signaalminimum gevonden hebt. Met deze draaibeweging hebt u ook de richting van de op te sporen leiding vastgesteld.
Opmerking: Opmerking: Indien de draden omgekeerd worden aangesloten, zal de pijl op de PCM die de stroomrichting aangeeft in de verkeerde richting wijzen. Gebruik een geïsoleerd massa-aansluitpunt met een lage impedantie, zoals een mag-anode of een aardbed. Bij het aansluiten op een elektrische isolatieverbinding, kan de andere pijp vaak een geschikt massa-aansluitpunt bieden.
Hulp bij problemen Indien u problemen meldt aan uw Radiodetection leverancier is het zeer belangrijk het seriennummer van het apparaat en de aankoopdatum bij de hand te hebben. Deze (serie) apparaten worden niet voorgoed beschadigd door normale elektrostatische ontladingen en worden volgens IEC 801-2 getest.
Pagina 10
Radiodetection produkten worden voortdurend verder ontwikkeld en kunnen derhalve gewijzigd worden, ook behouden wij het recht iedere gepubliceerde specificatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Copyright 2008 Radiodetection Limited. Alle rechten voorbehouden. Radiodetection Ltd. is een dochtermaatschappij van SPX. 90/UG070NL/01...