De draaiarmen aan de trekker koppelen
LET OP: Ga nooit tussen de tractor en het werktuig staan
terwijl dit aan de tractor wordt gekoppeld.
LET OP: Zorg ervoor dat er niemand in de zwenkzone
van de harkarmenstellen staat.
De pennen op de vering van het werktuig worden aan de
draaiarmenkoppeling van de trekker gekoppeld en ver-
grendeld.
LET OP: Plaats de aftakas en maak de elektrische en hy-
draulische verbindingen voordat u de steun opklapt omdat
de bestuurder de gevarenzone moet betreden.
1. Breng de het werktuig iets omhoog, zodat de steun
van de grond loskomt.
2. Trek aan de stang (1) om de steun vrij te maken.
3. Verplaats de steun ongeveer 115° naar achter en blok-
keer de steun opnieuw. Indien de steun correct is ver-
grendeld, moet de spanpen (2) van de stang volledig
in contact staan met de zijplaat van de steun.
Hydraulische aansluiting
Voor het omzetten van de transportstand naar de werk-
stand bij de rotorharken R+ 760 en R+ 820 is een enkel-
werkende uitgang nodig.
Zorg dat er een zweefstand is, zodat het werktuig de
grond kan volgen tijdens de werkzaamheden.
De afsluitklep aan de zijkant van het werktuig (kogelklep)
moet worden geopend na aansluiting op het hydraulisch
systeem van de tractor, zodat de koppeling niet onder
druk staat.
Pas bij parkeren van het werktuig de druk aan, bijvoor-
beeld als de buitentemperatuur verandert.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4-13
3
ZEIL18HT00216AA