Montage van rotoren
R+ 760
LET OP: Voor het vervoer per vrachtwagen moeten de
rotors van de zwaai-arm (5) worden losgemaakt bij de
hoofdlasplaten (1).
De besturingslasplaten (3) en (4)
moeten ook van de rotor worden losgemaakt en blijven
op de zwaai-arm zitten.
1. Monteer de besturingslasplaat (3) (bovenste met nok)
op de pen op de zwaai-arm die hoger zit dan die voor
besturingslasplaat (4).
2. Monteer de hoofdlasplaat (1) op de zwaai-arm.
Bevestig de hoofdlasplaat met de vier schroeven
M20x45, de vier zelfborgende moeren M20 en de vier
bouten (6).
OPMERKING: De twee hoofdlasplaten (1) worden aan
binnenzijde van de zwaai-arm geplaatst.
OPMERKING: Monteer de lasplaat met de kortste gleuf
aan de voorzijde (in rijrichting gezien).
OPMERKING: De boutkoppen (6) moeten naar binnen
wijzen.
3. Monteer de stuurlasplaten (3) en (4) op de rotor. Mon-
teer de stuurlasplaten (3) en (4) met de twee onder-
legringen 31x4, de spanpen 5x50 en de spanpen (5)
8x50.
R+ 820
OPMERKING: Voor het vervoer per vrachtwagen moeten
de rotors van de zwaai-arm (5) worden losgemaakt bij
de hoofdlasplaten (4). De besturingslasplaten (1) en (6)
moeten ook van de rotor worden losgemaakt en blijven op
de zwaai-arm (6) zitten.
1. Monteer de besturingslasplaat (1) (bovenste met nok)
op de pen op de zwaai-arm die hoger zit dan die voor
besturingslasplaat (6).
2. Monteer de hoofdlasplaat (4) op de zwaai-arm.
Bevestig de hoofdlasplaat met de vier schroeven
M20x45, de vier zelfborgende moeren M20, en de
vier bouten (3).
OPMERKING: De twee hoofdlasplaten (1) worden aan
binnenzijde van de zwaai-arm (6) geplaatst.
OPMERKING: Monteer de lasplaat met de kortste gleuf
aan de voorzijde (in rijrichting gezien).
OPMERKING: De boutkoppen (3) moeten naar binnen
wijzen.
3. Monteer de stuurlasplaten (1) en (6) op de rotor. Mon-
teer de stuurlasplaten (1) en (6) met de twee onder-
legringen 31x4, de spanpen 5x50 en de spanpen (2)
8x50.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4-4
1
ZEIL18HT00207AA
2
ZEIL18HT00208AA