5. Haal de beeldeenheid uit het apparaat via de inkeping aan de voorzijde
van de beeldeenheid.
6. Neem een nieuwe beeldeenheid uit de verpakking. Verwijder de
beschermingselementen aan weerszijden van de beeldeenheid en
verwijder het papier dat het oppervlak van de beeldeenheid beschermt.
•
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar, om
de beeldeenheid uit de verpakking te halen. U zou het oppervlak
van de beeldeenheid kunnen beschadigen.
•
Let erop dat u geen krassen maakt op het oppervlak van de
beeldeenheid.
•
Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten bloot aan
licht, om schade te voorkomen. Bedek de tonercassette indien
nodig met een stuk papier om deze te beschermen.
7. Druk de beeldeenheid in het apparaat terwijl u de inkeping aan de
voorzijde van de beeldeenheid vasthoudt.
69 _Onderhoud
8. Schuif de cassette voor gebruike toner op zijn plaats en duw deze er in
totdat deze goed vastzit.
9. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat.
10. Sluit de voorklep goed.
Wanneer de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het apparaat
niet. Zorg ervoor dat alle tonercassettes op de juiste wijze zijn
geïnstalleerd. Als een tonercassette niet goed is geïnstalleerd,
kan de voorklep niet worden gesloten.
11. Zet het apparaat aan.
Het kan een paar minuten duren voor uw apparaat gereed is.