6. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste
toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
•
Als u toner op uw kleding krijgt, veeg de toner dan af met een
droge doek en was het kledingstuk in koud water. Als u warm
water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
•
Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan
terecht is gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een
zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger
gebruikt, blaast u toner in de lucht, wat schadelijk kan zijn voor uw
gezondheid.
Laat het apparaat na het schoonmaken volledig drogen.
7. Druk de beeldeenheid in het apparaat terwijl u de inkeping aan de
voorzijde van de beeldeenheid vasthoudt.
8. Schuif de cassette voor gebruike toner op zijn plaats en duw deze er in
tot deze goed vastzit.
9. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat.
10. Plaats alle onderdelen terug in het apparaat en sluit de voorklep.
Wanneer de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het apparaat
niet.
11. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
De scannereenheid reinigen
U krijgt de beste kopieën als u de scannereenheid schoon houdt. Wij raden
u aan om de scannereenheid aan het begin van elke dag te reinigen. Herhaal
dit indien nodig in de loop van de dag.
1. Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of papieren handdoekje met
een beetje water.
2. Open het deksel van de scanner.
3. Veeg de glasplaat schoon en droog deze af.
4. Veeg de onderkant van het scannerdeksel schoon en droog deze af.
5. Sluit het deksel van de scanner.
Onderhoud_ 46