Scannen
1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de
voorkant van het apparaat.
2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADI of plaats
een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat
van de scanner.
Z ie "Originelen plaatsen" op pagina 36 voor meer informatie over het
plaatsen van originelen.
3. Druk op Scan/Email.
4. Druk op OK wanneer Naar USB scan. op de onderste regel van het
display verschijnt.
5. Druk op OK, Color Start of Black Start wanneer Klaar om te sc. naar
USB verschijnt.
Ongeacht de knop waarop u drukt, wordt de kleurenmodus bepaald
zoals ingesteld. (Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 60.)
Uw apparaat begint het origineel te scannen en vraagt daarna of u een
andere pagina wilt scannen.
6. Druk op OK wanneer Ja verschijnt om meer pagina's te scannen. Plaats
een origineel en druk op Color Start of Black Start.
Ongeacht de knop waarop u drukt, wordt de kleurenmodus bepaald
zoals ingesteld. (Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 60.)
Druk anders op pijl-links/rechts om Nee te selecteren en vervolgens op OK.
Na het scannen kunt u het USB-geheugenapparaat uit het apparaat verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen instellen
telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1. Druk op Scan/Email.
2. Druk op Menu totdat Scanfunctie verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op OK wanneer USB-functie verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste insteloptie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
U kunt de volgende opties instellen:
Scanformaat: Bepaalt de grootte van de afbeelding.
•
Oorspr. type: Bepaalt het documenttype van het origineel.
•
Resolutie: Voor het instellen van de resolutie van de afbeelding.
•
Scankleur: Voor het instellen van de kleurenmodus. Als u bij deze
•
optie Mono selecteert, kunt u niet JPEG selecteren in Scanindeling.
Scanindeling: Voor het instellen van de bestandsindeling waarin
•
de afbeelding moet worden opgeslagen. Wanneer u TIFF of PDF
selecteert, hebt u de mogelijkheid om meerdere pagina's te scannen.
Als u bij deze optie JPEG selecteert, kunt u niet Mono selecteren in
Scankleur.
5. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste status verschijnt en druk
vervolgens op OK.
6. Herhaal stap 4 en 5 om andere opties in te stellen.
7. Druk zodra u klaar bent op Stop/Clear om terug te keren naar de
gereedmodus.
U kunt de standaardscaninstellingen wijzigen. Voor meer informatie zie "De
standaardscaninstellingen wijzigen" op pagina 48.
AFDRUKKEN VANAF EEN USB-
GEHEUGENAPPARAAT
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken. U kunt TIFF-, BMP-, JPEG- en PRN-bestanden
afdrukken.
Bestandstypen die de door de optie Rechtstreeks afdrukken worden
ondersteund:
•
PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
•
U kunt PRN-bestanden maken door het selectievakje Afdrukken naar
bestand in te schakelen wanneer u een document afdrukt. Het document
wordt dan niet afgedrukt, maar wordt als een PRN-bestand opgeslagen.
Alleen PRN-bestanden die op deze wijze zijn gemaakt, kunnen direct
vanuit het USB-geheugen worden afgedrukt. Raadpleeg het hoofdstuk
Software om te weten hoe u een PRN-bestand moet maken.
•
BMP: BMP niet-gecomprimeerd
•
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•
JPEG: JPEG Baseline
•
Als uw geheugenapparaat uitgerust is met een aantal functies (bv.
beveiligingssleutel, beveiligde partitie, opstartfunctie,
wachtwoordinstellingen enz.) mag u het USB-geheugenapparaat
niet in combinatie met uw apparaat gebruiken. De bestanden die
zijn opgeslagen op het USB-geheugenapparaat kunnen corrupt
zijn of het apparaat kan het mogelijk niet automatisch detecteren.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat voor meer
informatie over deze functies.
Documenten afdrukken vanaf een USB-
geheugenapparaat
1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de
voorkant van het apparaat. Als u er reeds een hebt aangesloten, drukt u
op Direct USB.
Uw apparaat detecteert automatisch het geheugenapparaat en leest de
gegevens die erop zijn opgeslagen.
2. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste map of het gewenste bestand
verschijnt en druk vervolgens op OK.
Indien u D voor een mapnaam ziet, staan er één of meer bestanden of
mappen in de geselecteerde map.
3. Als u een bestand hebt geselecteerd, gaat u door met de volgende stap.
Als u een map hebt geselecteerd, drukt u op pijl-links/rechts totdat het
gewenste bestand verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts om het aantal afdrukken te selecteren of voer
het aantal in.
5. Druk op OK, Color Start of Black Start om het geselecteerde bestand
af te drukken.
U hebt de keuze uit de volgende twee modi:
•
OK of Color Start: Afdrukken in kleur.
•
Black Start: Afdrukken in zwart-wit.
Na het afdrukken van het bestand wordt u gevraagd of u nog een
bestand wilt afdrukken.
6. Druk op OK wanneer Ja verschijnt voor een andere afdruktaak en
herhaal de procedure vanaf stap 2.
U kunt ook op pijl-links/rechts drukken om Nee te selecteren en
vervolgens op OK.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus.
USB-geheugenapparaat gebruiken_ 60