Installeren, hydraulisch
Slangen installeren; uitvoeringen PP, NP,
PV, TT
30
VOORZICHTIG!
Ongecontroleerd stromend doseermedium
Bij een te hoge voordruk kan het doseermedium ongecontro‐
leerd door de pomp worden geperst.
–
De maximaal toegestane voordruk van de doseerpomp
mag niet worden overschreden.
Ontwerp het leidingschema zodanig, dat in noodgevallen de
doseerpomp en de doseereenheid vanaf de zijkant kunnen
worden verwijderd.
1.
De slanguiteinden haaks afkorten.
2.
De wartelmoer (2) en de klemring (3) over de slang (1) trekken - zie
Afb. 10.
3.
Het slanguiteinde (1) tot de aanslag over de slangpilaar (4)
schuiven, indien nodig het slanguiteinde wijder maken.
Zorg dat de O-ring resp. pakking (5) goed in het ven‐
tiel (6) zit.
Gebruikte PTFE-afdichtingen mogen niet worden her‐
gebruikt. Een installatie die zo is afgedicht, is niet lek‐
dicht.
Door het samenpersen worden deze afdichtingen per‐
manent vervormd.
Bij de uitvoering PV is de FPM-pakking voorzien van
een punt, zo dat deze kan worden onderscheiden van
de EPDM-pakking.
4.
Plaats de slang (1) met de slangpilaar (4) op het ventiel (6).
5.
De slangaansluiting klemmen: De wartelmoer (2) vastdraaien tege‐
lijk de slang (1) aandrukken.
6.
De slangaansluiting natrekken: Kort aan de slang (1) trekken die
aan de doseerkop is bevestigd, daarna de wartelmoer (2) nog een
keer natrekken.