Functieomschrijving
Optie "Storingsmeld- en taktgeefrelais"
Optie "Automatische ontluchting"
Optie "mA-uitgang"
6.8 LED-indicaties
Storingsindicator (rood)
LED-indicatie
Storingsindicator
Waarschuwingsindicator
Bedrijfstoestandindicator
6.9 Hiërarchie van bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden
24
Dit gecombineerde relais kan via het taktgeefrelais bij elke slag een con‐
tact sluiten, in aanvulling op de functie van het storingsmeldrelais.
Deze optie kan later worden ingebouwd via een sleuf in de voorkant van
de pomp.
De functie "Automatische ontluchting" is bedoeld voor het aangestuurd
ontluchten van de doseereenheid, mits de pomp beschikt over de optie
"Automatische ontluchting". Deze optie kan later worden ingebouwd via
een sleuf in de voorkant van de pomp en het ombouwen van de
doseerkop.
Er zijn twee versies:
Versie met slechts 1 relais – voor het aansturen van het elektrische
n
ontluchtingsventiel in de doseerkop.
Versie met 2 relais – een relais voor het aansturen van het elektrisch
n
ontluchtingsventiel in de doseerkop en een relais dat vrij beschikbaar
is.
Het signaal I van de stroomuitgang signaleert de huidige rekenkundige
doseerhoeveelheid van de pomp. Deze optie kan later worden ingebouwd
via een sleuf in de voorkant van de pomp.
Bij deze optie is daarnaast altijd een storingsmeldrelais of een taktgeefre‐
lais inbegrepen.
Kleur
Rood
Er is een storingsmel‐
Geel
Er is een waarschu‐
wingsmelding
Groen
De pomp is bedrijfsge‐
De verschillende bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden hebben elk
een verschillende uitwerking op de werking van de pomp.
Het volgende overzicht geeft de rangorde:
1. - Stop
2. - Aanzuigen
3. - Fout, pauze, niveau
4. - Hulpdoseercapaciteit / hulpfrequentie
5. - Handmatig, analoog, contact, charge
Brandt
Gaat kort uit
ding
Bij elke slag
reed
Knippert
-
Ongedefinieerde
bedrijfstoestand
-
-
Slagfrequentie onder
30 slagen / min