2
Veiligheidsrichtlijnen
Veiligheidsrichtlijnen
Het bedrijf dat de machine gebruikt, of de
daardoor benoemde persoon, moet er zorg
voor dragen dat de bestuurder alle veiligheids-
informatie begrijpt en erop toezien dat alle
richtlijnen en veiligheidsvoorschriften worden
opgevolgd.
Tijdens de training moeten de bestuurders
zich met het volgende vertrouwd maken:
De bedrijfsomstandigheden in het werkge-
●
bied
De specifieke technische kenmerken van
●
de machine
De werking van voorzetapparaten
●
Oefen met een onbeladen machine in het rij-
den, bedienen en sturen, totdat de vereiste
handelingen volledig worden beheerst. Pas
daarna mag er met een beladen machine wor-
den gewerkt.
Veilig werken
GEVAAR
De heftruck mag niet door onbevoegde personen
worden gebruikt.
Alleen personen die zijn getraind, geautoriseerd en
aangesteld voor het bedienen van de machine mo-
gen toegang tot de machine hebben.
Gecontroleerde toegang is mogelijk via de contact-
sleutel of een invoereenheid met een toetsenblok of
met een transponder.
GEVAAR
Levensgevaar door onvoldoende zicht.
Machines mogen alleen worden bediend als de be-
stuurder voldoende zicht heeft.
– Zorg ervoor dat er voldoende licht is in het werk-
gebied of gebruik werklampen.
– Verblinding veroorzaakt door verlichting (bijv.
klembordverlichting). Stel de verlichting indien no-
dig af of schakel deze uit.
– De voorruit, achterruit, het dakpaneel en de zijrui-
ten, evenals de achteruitkijkspiegel en de verlich-
ting moeten vrij zijn van condensatie en, indien
nodig, van vuil, ijs en sneeuw voordat u wegrijdt.
– Bij machines met een bestuurderscabine zonder
verwarming of airconditioning moet de bestuurder
zorgen voor een duidelijk zicht door de cabine
tijdens bedrijf te ventileren.
24
1292 801 1602 NL - 07/2024 - 04
Veiligheid