Onderhoud
WAARSCHUWING
Om invloed op het rempedaal te voorkomen:
De rubbermat op de bodemplaat moet op zijn plaats
blijven en mag geen omgebogen randen hebben.
De afstand tussen de onderrand van het rempedaal
en de rubbermat moet ten minste 3 mm bedragen
om ervoor te zorgen dat de maximale remkracht kan
worden uitgeoefend.
Er mogen zich geen obstakels in de beenruimte be-
vinden.
Parkeerrem controleren
– Rijd op een helling van 15% met het nomi-
nale hefvermogen op de vorken.
– Schakel de parkeerrem in zoals beschreven
in het hoofdstuk "Parkeerrem".
– Het parkeersymbool (1) op het scherm van
de displayeenheid licht op en blijft branden.
De truck wordt afgeremd.
Het voertuig moet stil blijven staan.
– Schakel de parkeerrem uit zoals beschre-
ven in het hoofdstuk "Parkeerrem".
– Het parkeerremsymbool (1) op de dis-
playeenheid gaat uit.
OPMERKING
Als er geen helling van 15% is, rijdt u met
lage snelheid met de truck op een vlakke on-
dergrond en schakelt u de parkeerrem in. De
truck moet kunnen stoppen.
Elektronisch remsysteem met energie-
terugwinning controleren
– Het rijpedaal wordt losgelaten terwijl de
truck rijdt en de rijsnelheid van de truck
neemt geleidelijk af tot hij stopt.
OPMERKING
Indien nodig kan de functie worden afgesteld
met een diagnoseprogramma om het effect te
vergroten of verkleinen. Neem contact op met
een geautoriseerde servicepartner.
Aandrijfmechanisme en transmissiesysteem
1292 801 1602 NL - 07/2024 - 04
1
5
Display_1083
181