5.
Breng de printcartridge in lijn met de geleiders in de MFP en duw de printcartridge in de MFP tot
deze volledig op zijn plaats zit.
6.
Sluit de transfereenheid.
242
Hoofdstuk 11
Opmerking
Als een cartridge in de verkeerde sleuf wordt aangebracht, wordt op het
bedieningspaneel het bericht ONJUISTE PATROON weergegeven.
Beheer en onderhoud van de MFP
NLWW