De omgeving voor papieropslag moet goed worden onderhouden om optimale prestaties van de MFP
te verzekeren. De vereiste conditie is 20° tot 24 °C met een relatieve vochtigheid van 45% tot 55%. De
volgende richtlijnen zijn nuttig bij het evalueren van de omgeving waar het papier wordt opgeslagen:
●
Het papier moet op of omstreeks kamertemperatuur worden opgeslagen.
●
De lucht mag niet te droog of te vochtig zijn (vanwege de hygroscopische eigenschappen van het
papier).
●
De beste manier om een geopende riem papier op te slaan is deze weer strak in de vochtbestendige
omslag te wikkelen. Als de omgeving van de MFP bloot staat aan extreme condities, dient u alleen
de hoeveelheid papier uit te pakken die gedurende één dag wordt gebruikt om ongewenste
veranderingen vanwege vochtigheid te voorkomen.
Enveloppen
De constructie van de envelop is uiterst belangrijk. De vouwlijnen van enveloppen variëren aanzienlijk,
niet alleen van fabrikant tot fabrikant, maar zelfs van envelop tot envelop uit eenzelfde doos. De kwaliteit
van de envelop is bepalend voor het succes waarmee u enveloppen afdrukt. Let bij het aanschaffen
van uw enveloppen op de volgende punten:
●
Gewicht: De envelop mag niet zwaarder zijn dan 105 g/m
vastlopen.
●
Constructie: Voordat ze worden bedrukt, dienen de enveloppen plat te liggen, met een krulling
van maximaal 6 mm, en mogen ze geen lucht bevatten.
●
Staat: Enveloppen mogen niet gekreukeld zijn, inkepingen hebben of anderszins beschadigd zijn.
●
Temperatuur: U mag alleen enveloppen gebruiken die bestand zijn tegen de warmte en de druk
van de MFP.
●
Formaat: U mag alleen enveloppen gebruiken die binnen de volgende afmetingen vallen.
●
Minimaal: 76 x 127 mm
●
Maximaal: 216 x 356 mm
Opmerking
papierstoringen voordoen wanneer u materiaal gebruikt dat korter is dan 178 mm . Dit kan
worden veroorzaakt door de uitwerking van de omgevingsomstandigheden op het papier. Zorg
ervoor dat u het papier op de juiste wijze opbergt en hanteert om optimale prestaties te verkrijgen.
Zie
Omgeving voor afdrukken en
Enveloppen met dubbele naden
Bij een afwerking met dubbele naden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale
naden en niet met diagonale naden. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let erop dat de lasnaad
volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder afgebeeld.
NLWW
Gebruik alleen lade 1 voor het afdrukken van enveloppen. Er kunnen zich
papieropslag. Kies enveloppen in het printerstuurprogramma.
2
, anders kunnen de enveloppen
Specificaties voor het afdrukmateriaal
387