De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt
u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u
Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en
het probleem te verhelpen.
Probleem
Het display is donker.
De oven wordt niet
heet.
knippert in het dis-
play.
In het display verschijnt
onverwacht . Tege-
lijk knippert het sym-
bool . U hoort eventu-
eel ook een signaal.
brandt of knippert in
het display.
Oorzaak en oplossing
De stroomvoorziening is niet in orde.
Controleer of de zekering van de elektrische instal-
latie doorgeslagen is. Neem contact op met een
elektricien of met Miele.
De ingebruiknamebeveiliging is ingeschakeld.
Schakel de ingebruiknamebeveiliging uit (zie
hoofdstuk "Klok", paragraaf "Instellingen wij-
zigen").
De stroomvoorziening van de oven is niet in orde.
Controleer of de zekering van de elektrische instal-
latie doorgeslagen is. Neem contact op met een
elektricien of met Miele.
Er is een stroomstoring geweest.
Stel de dagtijd opnieuw in (zie "Ingebruikneming
van het apparaat"). Ook de tijden voor bereidings-
processen moet u opnieuw invoeren.
De oven stond langer dan gebruikelijk aan. De veilig-
heidsuitschakeling is geactiveerd.
Zet de functieschakelaar op 0. U kunt de oven
daarna meteen weer gebruiken.
Er is een stroomstoring geweest en de pyrolyse is
daardoor afgebroken.
Zolang de temperatuur in de ovenruimte hoger is
dan 280 °C, brandt het symbool en blijft de deur
vergrendeld.
Zodra u de functieschakelaar naar 0 draait, licht de
dagtijdweergave op. Stel de dagtijd opnieuw in (zie
"Ingebruikneming van het apparaat").
Nuttige tips
75