Inhoudsopgave
Advertenties
Kies de locatie voor het bestand en selecteer Opslaan.
9.1. Instellingen rapportsjabloon
Gegevens in een rapport configureren voor een specifiek sessietype:
1. Selecteer Rapporten.
2. Selecteer het te configureren rapportsjabloon, bijv. FVC-basis, FVC-post enz.
3. Elk rapport bevat een aantal gedeeltes met configureerbare items die kunnen worden in- of uitgeschakeld,
afhankelijk van uw gebruikersvoorkeuren, zoals:
• Koptekstinformatie: om de titel, de koptekst en het logo van het rapport te configureren
• Informatie over de testpersoon: om de gerapporteerde gegevens van de testpersoon in of uit te schakelen
• Sessie-informatie: om in of uit te schakelen welke sessie-informatie moet worden gerapporteerd
• Parameterinformatie: om in of uit te schakelen welke parameters, inclusief de volgorde, en welke kolommen
moeten worden gerapporteerd in de tabel met testresultaten van het rapport
• Geavanceerd: om te configureren welke grafieken, interpretaties en opmerkingen moeten worden
gerapporteerd
4. Selecteer Opslaan in elk gedeelte.
10. Overige functies
10.1. Opstarten/aanmelden
Opmerking: Gebruikers die aan de Spirotrac-software zijn toegevoegd, hebben een eigen gebruikersnaam en
wachtwoord.
1. Het aanmeldingsscherm wordt bij het opstarten geopend.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en selecteer Aanmelden. Als Active Directory is ingeschakeld
(zie
paragraaf
8.5), controleert u of de domeininformatie correct is.
Opmerking: Na meerdere mislukte aanmeldingspogingen kan het account worden vergrendeld. Het aantal
pogingen en de vergrendelingsduur zijn ingesteld in de beveiligingsinstellingen (zie
10.1.1. Vergeten aanmeldingsgegevens
Als u nieuwe aanmeldingsgegevens wilt instellen wanneer een gebruiker zijn/haar inloggegevens/wachtwoord
vergeten is:
1. Selecteer Gebruikersnaam of wachtwoord vergeten op het aanmeldingsscherm.
2. Als de gebruikersnaam bekend is, voert u de gebruikersnaam in en volgt u de instructies op het scherm.
Het wachtwoord wordt nu gereset en is klaar voor gebruik.
3. Als de gebruikersnaam niet bekend is voor een technicus, neemt u contact op met uw plaatselijke
Spirotrac-beheerder om uw wachtwoord te resetten (zie
4. Als de gebruikersnaam niet bekend is voor de Beheerder-gebruiker:
a. Neem contact op met de technische ondersteuning voor een ontgrendelingscode. U vindt de
contactgegevens aan het einde van deze handleiding.
b. Voer de ontgrendelingscode in die u van Vitalograph hebt ontvangen. De code wordt gevalideerd door
Spirotrac.
5. Selecteer uw gebruikersnaam en volg de instructies op het scherm. Het wachtwoord wordt nu gereset en
is klaar voor gebruik.
Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar wanneer Active Directory-integratie is ingeschakeld.
10.2. Audittrail
De software registreert een audittrail van alle activiteit. Elke gebeurtenis bevat minimaal de volgende informatie:
1. Datum/tijd van de gebeurtenis.
2. Aangemelde gebruiker.
3. Beschrijving van de gebeurtenis.
4. Detailgegevens van de gebeurtenis, inclusief gebruikersannotatie, indien van toepassing. Het afdwingen van
gebruikersannotatie kan worden in-/uitgeschakeld (zie
Als u de audittrail wilt bekijken, selecteert u het pictogram Auditlogboek in het hoofdmenu op het
hoofddashboard. De audittrail kan worden gefilterd op gebruiker, gebeurtenistype of datumbereik.
10.3. Databasebeheer
De toepassing Database Studio is opgenomen op het Spirotrac-installatiemedium. Deze biedt de volgende
functies voor Spirotrac:
• Een nieuwe Spirotrac 6-database maken.
• Spirotrac V-testpersonen en -gegevens migreren naar Spirotrac 6.
• De Spirotrac 6-database upgraden.
Als u de toepassing wilt installeren voert u de installatie uit vanaf de USB-stick met Spirotrac 6 en selecteert u
de optie Database Studio installeren.
10.3.1. Een nieuwe Spirotrac 6-database maken
Database Studio wordt gebruikt om een nieuwe Spirotrac 6-database aan te maken:
Pagina 30 van 40
Een wereldleider in ademhalingsdiagnostiek
paragraaf
8.5).
paragraaf
8.6).
paragraaf
8.6).
DT_0006 Nummer 17
Advertenties
Inhoudsopgave
