6.3.8. Foutbericht
1. Als het apparaat tijdens de test een inademing of uitademing registreert die < 1 seconde duurt en/of
< 20 cm/H2O is, moet de gebruiker worden gevraagd om de test weg te gooien.
6.4. Sniff Nasal Inspiratory Pressure (SNIP) testen
Spirotrac omvat nasale inspiratoire snuifdruktests (SNIP) om de kracht van de inademingsspier van de
testpersoon te bepalen. Dit testtype vereist het Pneumotrac met RMS‑apparaat met de relevante
SNIP‑verbruiksartikelen voor neussonde.
6.4.1. Voordat u een SNIP‑test uitvoert
1. Sluit de Vitalograph Pneumotrac aan op het RMS-apparaat (zie de gebruiksaanwijzing van het apparaat).
2. Was uw handen (zowel de operator als de testpersoon).
3. Zoek een neussonde die comfortabel bij de testpersoon past (er zijn diverse sondes beschikbaar).
4. Bepaal het juiste neusgat om te gebruiken
a.
Instrueer de testpersoon om elk neusgat om de beurt te sluiten en in te ademen en uit te ademen, om te
bepalen welk neusgat de meeste lucht inneemt.
5. Sluit de neussonde met behulp van de SNIP-connector aan op het Pneumotrac-apparaat. Opmerking: De
indrukconnector op de aansluitpoort moet tijdens het aansluiten/loskoppelen van de slangen stevig en
recht tegen de voorkant van de connector worden geduwd.
6. Geef instructies en demonstreer de test.
7. Selecteer een testpersoon en zorg ervoor dat de vereiste demografische gegevens worden ingevoerd.
a. Raadpleeg
paragraaf 5.3.1
b. Als u de demografische gegevens van de testpersoon wilt bekijken, selecteert u PROFIEL BEKIJKEN.
c. Als u de demografische gegevens van de testpersoon wilt bewerken, selecteert u het pictogram
Bewerken.
8. Selecteer Test starten.
9. Kies het testtype.
10. Positie van de testpersoon:
Opmerking: De positie van de testpersoon tijdens de test is uitermate belangrijk.
a. Instrueer de testpersoon om rechtop te zitten met zijn/haar rug tegen de stoel.
b. De schouders moeten omlaag zijn.
c. De ogen moeten geopend zijn.
d. Beide voeten moeten op de vloer rusten.
e. De benen moeten elkaar raken.
6.4.2. Een SNIP‑test uitvoeren
Zorg ervoor dat de testpersoon voldoende rust heeft gehad voordat de testsessie wordt gestart.
Om een SNIP-test uit te voeren, selecteert u Nieuwe test
weergeeft en volgt u de onderstaande
1. Plaats de sonde in het neusgat dat de meeste lucht inneemt.
2. Instrueer de testpersoon om zo hard mogelijk te snuiven.
3. Er kunnen maximaal 10 tests in een sessie worden uitgevoerd.
6.4.3. Beste SNIP‑criteria
De beste test is de test met de hoogste waarde van de aanvaardbare tests.
Als er geen aanvaardbare tests bestaan, komt de beste waarde van afgewezen tests.
6.4.4. SNIP‑parameters
Voor het instellen van de parameters, zie
Parameter
Eenheid
SNIP
cmH2O
6.5. Oscillometrietest
Spirotrac omvat een oscillometrietest, waarvoor het Thorasys Tremoflo-apparaat en Tremoflo-software vereist zijn. De
Tremoflo-softwaretoepassing vindt u onder 'Overige toepassingen' op het installatiemedium voor Spirotrac.
Om deze te installeren, voert u de Spirotrac-installatie uit en selecteert u 'Tremoflo installeren'. Zorg er tijdens de
installatie voor dat de Tremoflo-software wordt geïnstalleerd in de standaardmap. De Tremoflo-software moet worden
geconfigureerd voordat u deze gebruikt met Spirotrac.
6.5.1. Stel Tremoflo in voor gebruik met Spirotrac 6
1. Voer Tremoflo uit buiten Spirotrac. Doorloop de Tremoflo-configuratiewizard.
2. Maak een gebruiker bij het uitvoeren van de configuratie. Opmerking: de inloggegevens van de gebruiker
Pagina 24 van 40
voor het selecteren van een testpersoon.
stappen
.
paragraaf
Beschrijving
Sniff Nasal Inspiratory Pressure (inspiratoire druk bij maximaal snuiven) De maximale
inspiratoire druk
Een wereldleider in ademhalingsdiagnostiek
en
wacht u totdat de software 'Test nu starten!'
8.2.6.
DT_0006 Nummer 17