Inhoudsopgave
Advertenties
Spirotrac 6 - Gebruiksaanwijzing
actieve groep via het bovenliggende menu.
8.4. Medicijninstellingen
1. Er kunnen medicijngegevens worden aangemaakt om een snelle selectie van informatie over de
omkeerbaarheid van medicijnen tijdens de post-test mogelijk te maken.
2. Als u nieuwe medicijngegevens wilt aanmaken, selecteert u de knop Maken en voert u de gevraagde informatie
in. De gegevens zijn vervolgens beschikbaar voor selectie in het post-FVC-testscherm (zie
8.5. Instellingen voor gebruikersbeveiliging
1. U kunt de aanmeldingsvereisten voor gebruikers in-/uitschakelen, waaronder het activeren van het gebruik van
Active Directory-accounts.
2. U kunt gebruikers van het systeem aanmaken en beheren, waaronder het resetten van wachtwoorden.
3. Gebruikers kunnen hun eigen wachtwoord en veiligheidsvraag beheren door de optie 'MIJN WACHTWOORD
WIJZIGEN' te selecteren onder Gebruikersinformatie op de hoofdwerkbalk.
4. U kunt gebruikers uitschakelen die geen toegang meer tot het systeem mogen hebben.
5. Een beheerder kan het wachtwoord resetten voor gebruikers die hun wachtwoord vergeten zijn.
6. Als u een nieuwe gebruiker wilt aanmaken, selecteert u de knop Maken en volgt u de instructies op het scherm.
7. Als Active Directory-integratie is ingeschakeld, heeft alleen een Active Directory-beheerder de optie om Active
Directory-gebruikers te importeren. Deze beheerder moet zijn/haar Active Directory-wachtwoord opnieuw
invoeren. Nadat u de knop Verbinden hebt geselecteerd, selecteert u
toe te voegen.
Opmerking: Zorg er bij het bewerken van een andere gebruiker voor dat de gebruiker niet is aangemeld.
Opmerking: Als Active Directory-integratie is ingeschakeld, zijn het resetten van wachtwoorden en de functies
voor vergeten wachtwoorden niet beschikbaar.
8.6. Beveiligingsinstellingen
1. U kunt auditannotatie in-/uitschakelen om te bepalen of de gebruiker een reden moet invoeren voor het
wijzigingen van gegevens.
2. Stel de duur van inactiviteit in waarna de toepassing moet worden vergrendeld.
3. Beheer de instellingen voor vergrendelingsbeleid van de gebruiker.
8.7. Database‑instellingen
1. U kunt databaseverbindingen aanmaken en beheren.
2. Gebruikers kunnen bepalen welke database door de toepassing wordt gebruikt door de gewenste database als
de huidige database te selecteren.
3. Als u een nieuwe DB-verbinding wilt instellen, selecteert u
4. Databaseback-ups kunnen worden beheerd.
8.8. Vitalograph Connect‑instellingen
Om de uitwisseling van gegevens met EMR-systemen te vergemakkelijken, moet het volgende worden
geconfigureerd:
1. In-/uitschakelen van de Connect-functionaliteit.
2. De Connect URL moet worden opgegeven.
Opmerking: Voor alle andere configuraties raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van Vitalograph Connect.
8.9. Taalinstellingen
1. Selecteer de gewenste weergavetaal uit de vervolgkeuzelijst.
Opmerking: Deze handeling vereist dat de software opnieuw wordt gestart.
8.10. ArtiQ‑instellingen
Om communicatie met ArtiQ-services te vergemakkelijken, moet het volgende worden geconfigureerd:
1. In-/uitschakelen van de ArtiQ-functionaliteit.
2. Voer de inloggegevens van het te gebruiken ArtiQ-account in en selecteer Opslaan. Als u een account wilt
aanmaken, neemt u contact op met ArtiQ via: support@artiq.eu.
9. Rapportage en afdrukken
Een elektronisch of papieren rapport van een sessie maken:
1. Selecteer een testpersoon (zie
2. Kies de sessie waarvoor u een rapport wilt genereren.
3. Selecteerde knop Afdrukken.
4. De rapportgenerator geeft een voorbeeld weer.
5. Voor een papieren rapport: Kies de doelprinter.
of
Voor een elektronisch
paragraaf
5.3.1).
rapport:
Kies de bestandsindeling (de standaard is PDF). Selecteer de knop Exporteren.
om nieuwe Active Directory-gebruikers
en volgt u de instructies op het scherm.
09529 Nummer 12
paragraaf
6.1.4.2).
Pagina 29 van 40
Advertenties
Inhoudsopgave
