Inhoudsopgave
Advertenties
Spirotrac 6 - Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Om deze functie te ontgrendelen, moet u uw software registreren (zie
6. Testen met Spirotrac
6.1. Spirometrietests
Spirotrac ondersteunt de volgende testtypen:
• VC-test (basis en post)
• FVC-test (basis en post)
• PCF-test
Voordat u aan een
1. Sluit het Vitalograph-spirometrieapparaat op de juiste wijze aan (zie de gebruiksaanwijzing van het betreffende
apparaat).
2. Controleer of de kalibratie van het apparaat onlangs is gecontroleerd (zie
3. Was uw handen (zowel de operator als de testpersoon).
4. Voor een optimale bescherming plaatst u voor elke testpersoon een nieuw BVF-filter (anti-bacterieel en anti-
viraal filter) op de flowkop. Gebruik van een wegwerpbare neusclip wordt aanbevolen.
5. Geef instructies en demonstreer de test.
6.1.1. Een spirometrietest uitvoeren
De testpersoon kan zowel zittend als staand worden getest. Als de staande positie wordt gebruikt, moet een
stoel met een geschikte vorm achter de testpersoon worden geplaatst zodat deze snel en gemakkelijk een
zittende positie kan aannemen als
1. Selecteer een testpersoon en zorg ervoor dat de vereiste demografische gegevens worden ingevoerd.
a. Raadpleeg
paragraaf 5.3.1
b. Als u de demografische gegevens van de testpersoon wilt bekijken, selecteert u PROFIEL BEKIJKEN.
c. Als u de demografische gegevens van de testpersoon wilt bewerken, selecteert u het pictogram Bewerken.
2. Selecteer Test starten.
3. Kies het testtype. Selecteer voor een post-test een baselinetest om mee te vergelijken wanneer daarom
wordt gevraagd.
4. Als u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, selecteert u uw spirometrieapparaat in de lijst met
gedetecteerde apparaten die door Spirotrac worden weergegeven. Raadpleeg
schakelen tussen apparaten.
5. Het testscherm wordt geopend. Selecteer Test starten.
6. Instrueer en coach de testpersoon zorgvuldig. Start de test wanneer het pictogram Nu blazen wordt
weergegeven
a. Zie
paragraaf 6.1.1.1
b. Zie
paragraaf 6.1.1.2
c. Zie
paragraaf 6.1.1.3
7. De test wordt automatisch beëindigd wanneer de software gedurende 3 seconden geen flow detecteert.
Selecteer het pictogram Einde test
8. Bekijk waar van toepassing de informatie over de testkwaliteit en kies de juiste actie.
a. Voor FVC-tests selecteert u Bewerken
waarden te wijzigen. Dit kan ook op elk gewenst moment worden gewijzigd via het tabblad Kwaliteit.
9. Als er tijdens deze sessie nog meer tests nodig zijn, herhaalt u stap 6-9 (zie
van de testpersoon).
10. De testresultaten van de sessie zijn beschikbaar in het informatiepaneel. Andere beschikbare informatie:
a. Sessiekwaliteit: een samenvatting van de testkwaliteit voor elke test in de sessie tot nu toe.
Zie
paragraaf
b. Analyse: bevat herhaalbaarheids- en referentie-informatie, afhankelijk van het testtype en de instellingen.
Zie
paragraaf 6.1.4
11.
De testgrafieken van de sessie zijn beschikbaar in het deelvenster Grafiek. Zie paragraaf 6.1.6
filteren van grafiektests. Als u notities/opmerkingen aan de huidige sessie wilt toevoegen, raadpleegt u
paragraaf
6.6.
12. Om de testsessie te beëindigen, selecteert u het pictogram voor het afsluiten van de test.
a. Om een rapport van de sessie af te drukken, selecteert u Afsluiten en afdrukken als u daarom wordt
gevraagd.
6.1.1.1. Een VC‑test uitvoeren
Testen met meerdere ademhalingen:
1. Ga rechtop zitten, breng de neusclip aan en ontspan.
2. Plaats de BVF in de mond.
3. Sluit uw lippen rond het mondstuk en houd uw tong naar beneden.
4. Adem normaal tot het eind-expiratoire longvolume stabiel is. Stabiliteit wordt gedefinieerd als het
testsessie begint:
de persoon
voor het selecteren van een testpersoon.
.
voor VC-richtlijnen.
voor FVC-richtlijnen.
voor PCF-richtlijnen.
of de spatiebalk om de test handmatig te beëindigen.
6.1.3.
voor de testinstellingen.
licht in het hoofd wordt tijdens manoeuvres.
om zo nodig de aanvaardbaarheid in verband met FEV1- en FVC-
09529 Nummer 12
paragraaf
10.4).
paragraaf
7.1.1).
voor
paragraaf 7.2
paragraaf 2
over vermoeidheid
voor het
Pagina 11 van 40
het
Advertenties
Inhoudsopgave
