Uw performance opnemen
Met de opnamefunctie van dit instrument kunt u uw performance opnemen. Volg de onderstaande stappen om uw
performance op te nemen en af te spelen.
Audio-opnamen en dataopnamen
Voor cassetteopnamen wordt een andere data-indeling gebruikt dan voor dit instrument. Op cassettes worden
audiosignalen opgenomen. Op dit instrument wordt echter informatie opgeslagen over de noten en voices die worden
afgespeeld en over de timing en het tempo van deze noten. Er worden geen audiosignalen opgenomen. Als u een
opgenomen performance afspeelt op dit instrument, wordt het geluid met de interne toongenerator gereproduceerd
op basis van de opgenomen informatie.
1
2
1
Selecteer een voice voor de opname.
Houd de [PIANO/VOICE]-knop ingedrukt en druk op de [+] of [-] knop om de
gewenste voice te selecteren (pagina 15). Gebruik de [MASTER VOLUME]-
regelaar om het volume aan te passen voor een aangenaam luisterniveau.
2
Activeer de opnamemodus.
Druk op de [RECORD]-knop.
De indicator van de [RECORD]-knop licht gelijkmatig op en de indicator van de
[PLAY/STOP]-knop knippert.
Licht op
Druk nogmaals op de [RECORD]-knop als u de opnamemodus wilt annuleren.
LET OP
Als u uw performance op dit instrument hebt opgenomen, worden eerder opgenomen
data overschreven als u opnieuw een performance opneemt.
3, 4, 5
Knippert
U kunt de [MASTER VOLUME]-regelaar
ook tijdens het afspelen gebruiken om het
volumeniveau aan te passen.
U kunt de opnamemodus niet activeren
terwijl een andere song, bijvoorbeeld een
demosong, wordt afgespeeld.
In het interne geheugen van dit instrument
kan één song worden opgenomen (300 kB,
ongeveer 3.000 noten).
30.000 noten).
De opgenomen songdata blijven behouden
wanneer het instrument wordt uitgezet.
De song die u op het instrument hebt
opgenomen, kan vervolgens in USB-
flashgeheugen worden opgeslagen
(pagina 25).
Als een USB-flashgeheugenapparaat op het
instrument is aangesloten, wordt uw
performance rechtstreeks in het USB-
flashgeheugen opgenomen.
Als er niet voldoende opnamecapaciteit
meer is of als de bestanden U00-U99 al
aanwezig zijn in het USB-flashgeheugen,
verschijnt '
FUL
' op de display en kunt u
de opnamemodus niet activeren.
Zorg dat u 'Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de USB [TO DEVICE]-
aansluiting' op pagina 26 hebt gelezen
voordat u een USB-flashgeheugenapparaat
gebruikt.
N1
• 23
Gebruikershandleiding