1 Inleiding
Als exploitant of gebruiker moet u vertrouwd zijn met de bediening van dit medische
hulpmiddel. De exploitant is verantwoordelijk voor het waarborgen van de
compatibiliteit van het apparaat en alle voor het gebruik met de patiënt verbonden
componenten of accessoires.
Bij de overdracht aan de patiënt moet u als behandelende arts of medisch
vakpersoneel een instructie over de werking van het apparaat uitvoeren.
Aanwijzing voor blinde of slechtziende gebruikers
De gebruiksaanwijzing is ook in een elektronische versie beschikbaar op de website.
1.4 Indicaties
Therapieapparaten voor de behandeling van slaapgerelateerde
ademhalingsstoornissen (SBAS).
1.5 Contra-indicaties
De therapieapparaten mogen niet worden gebruikt bij:
•
ontbrekende spontane ademhaling of acute respiratoire insufficiëntie
•
bewusteloosheid, bewustzijnsdaling resp. coma
•
pneumothorax of pneumomediastinum
•
pneumoencephalus of liquorfistel
•
ernstig hoofd- of gezichtsletsel
•
ernstige epistaxis
•
hoog risico van een barotrauma
•
verplaatste luchtwegen
•
onvoldoende hoestvermogen
•
middenoorontsteking of trommelvliesperforatie
•
andere acute overgevoeligheid voor een verhoogde druk in de bovenste
luchtwegen
De therapieapparaten mogen alleen voorzichtig en weloverwogen door de arts
worden gebruikt bij:
•
acute cardiale decompensatie, acuut hartinfarct
•
ernstige hartritmestoringen
•
ernstige hypotonie, in het bijzonder in combinatie met intravasculaire
volumedepletie
|
NL
5