nl
Motorwikkeling: Bimetaal
Motorwikkeling: PTC
Motorlager: Pt100
Afdichtingsruimte: geleidende sensor
Afdichtingsruimte: capacitieve sensor
Lekkagekamer: Vlotterschakelaar
Lekkagekamer: capacitieve sensor
Trillingsensor
Externe bewakingsinrichtingen
Afdichtingsruimte: geleidende sensor
13.3.4.1 Bewaking klemmen-/motorruimte
en afdichtingsruimte
13.3.4.2 Thermische motorbewaking
13.3.4.3 Bewaking lekkagekamer
13.3.4.4 Bewaking motorlager
13.3.4.5 Externe staafelektrode
13.3.4.6 Bedrijf met frequentie-omvormer
52
Asynchroonmotor
FKT 20.2
−
•
o
−
−
•
−
−
−
• = seriematig, − = niet beschikbaar, o = optioneel
Alle aanwezige bewakingsapparaten moeten altijd worden aangesloten!
De aansluiting wordt uitgevoerd zoals in hoofdstuk 'Elektrische aansluiting' is beschreven.
•
Thermische motorbewaking via een explosie-goedgekeurd relais (bijv. „CM-MSS") aan-
sluiten.
•
Indien er een frequentieomvormer wordt gebruikt, sluit dan de thermische motorbewa-
king op de Safe Torque Off (STO) aan. Hiermee wordt een hardwarematige uitschakeling
gegarandeerd.
Bij thermische motorbewaking wordt de drempelwaarde bepaald door de ingebouwde sen-
sor. Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet de optredende
schakeltoestand optreden:
•
Temperatuurbegrenzing (1 temperatuurcircuit)
Indien de drempelwaarde wordt bereikt, moet een uitschakeling met herinschakelings-
blokkering plaatsvinden!
•
Temperatuurregeling (2-temperatuurcircuits)
–
Indien de drempelwaarde voor de lage temperatuur wordt bereikt, kan een uitscha-
keling met automatische herinschakeling plaatsvinden.
VOORZICHTIG! Motorschade door oververhitting! Indien een automatische herin-
schakeling plaatsvindt, moeten de instructies met betrekking tot de schakelfre-
quentie en de schakelpauzes worden opgevolgd!
–
Indien de drempelwaarde voor de hoge temperatuur wordt bereikt, moet een uit-
schakeling met herinschakelingsblokkering plaatsvinden!
Sluit de vlotterschakelaar aan via een relais! Hiervoor wordt het relais "CM-MSS" aanbevo-
len.
De aansluiting wordt uitgevoerd zoals in hoofdstuk 'Elektrische aansluiting' is beschreven.
•
Staafelektrode via een explosie-goedgekeurd relais (bijv. „XR-4 ...") aansluiten.
•
Aansluiting met een intrinsiek veilige stroomkring uitvoeren!
•
Omvormertype: Pulsbreedtemodulatie
•
Min./max. frequentie bij continu bedrijf:
–
Asynchroonmotoren: 30 Hz tot nominale frequentie (50 Hz of 60 Hz)
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo Motor FKT 20.2, 27.1, 27.2:, EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID • Ed.02/2024-11
FKT 27.x
−
•
o
−
−
•
−
−
o
GEVAAR
Explosiegevaar door oververhitting van de motor!
Indien de thermische motorbewaking verkeerd wordt aangesloten, be-
staat explosiegevaar vanwege oververhitting van de motor!
• Uitschakeling door de thermische motorbewaking met een herinscha-
kelingblokkering uitvoeren.
Een herinschakeling is pas mogelijk als een ontgrendelingsknop met
de hand is ingedrukt!