Wilo EMU FA Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 40
Verberg thumbnails
Zie ook voor EMU FA:
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (60 pagina's) ,
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (60 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
nl
9.5.5.1 De weerstand van de tempera-
tuursensor controleren
9.5.5.2 Controleer de weerstand van de
interne elektroden voor de bewa-
king van de klemmen/motorruimte
9.5.5.3 Controleer de weerstand van de
staafelektrode voor de bewaking
van de afdichtingsruimte
9.5.6
Instructie voor het gebruik van af-
sluitkogelkranen
40
✓
Ohmmeter aanwezig.
1.
Meet de weerstand.
⇒
Meetwaarde bimetaalsensor: 0 Ohm (doorgang).
⇒
Meetwaarde 3 x PTC-sensor: tussen 60 en 300 Ohm.
⇒
Meetwaarde 4 x PTC-sensor: tussen 80 en 400 Ohm.
⇒
Meetwaarde Pt100-sensor* bij motortemperatuur 20 °C (68 °F): 107,7 Ohm.
▶
Weerstand gecontroleerd. Als de gemeten waarde afwijkt van de voorgeschreven
waarde, moet contact worden opgenomen met de servicedienst.
*Berekening van de meetwaarde voor de Pt100-sensor
De meetwaarde van de Pt100-sensor is afhankelijk van de motortemperatuur.
1.
Meet de motortemperatuur, bijv. 20 °C (68 °F).
2.
Berekening van de weerstand.
⇒
Weerstand Pt100-sensor: 100 Ohm bij 0 °C (32 °F).
⇒
Weerstand per 1 °C (1,8 °F): 0,385 Ohm tussen 0 °C (32 °F) en 100 °C (212 °F).
⇒
Berekening: 100 Ohm + 20 °C × 0,385 Ohm = 107,7 Ohm
▶
Weerstand voor de Pt100-sensor berekend.
Alle elektroden zijn parallelgeschakeld. Tijdens de controle wordt de weerstand van alle
elektroden gemeten.
✓
Ohmmeter aanwezig.
1.
Meet de weerstand.
⇒
Meetwaarde „oneindig (∞)": Bewakingsinrichting in orde.
⇒
Meetwaarde ≤30 kOhm: Water in de klemmen- of motorruimte. Neem hiervoor
contact op met de servicedienst!
▶
Weerstand gecontroleerd.
✓
Ohmmeter aanwezig.
1.
Meet de weerstand.
⇒
Meetwaarde „oneindig (∞)": Bewakingsinrichting in orde.
⇒
Meetwaarde ≤30 kOhm: Water in de olie. Ververs de olie!
▶
Weerstand gecontroleerd. Als de gemeten waarde na het olieverversen nog steeds
afwijkt, moet contact worden opgenomen met de servicedienst.
Als er afsluitkogelkranen aan de uitlaatopeningen zijn gemonteerd, houd dan rekening met
de volgende punten:
•
Verwijder voor het openen van de afsluitkogelkraan de sluitplug.
•
Draai voor het aftappen van de bedrijfsstof de hendel in de stroomrichting (parallel aan
de afsluitkogelkraan).
•
Voor het sluiten van de aftapopening draait u de hendel weer dwars op de stroomrich-
ting (richting afsluitkogelkraan).
•
Draai na het sluiten van de afsluitkogelkraan de sluitplug er weer in.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo Motor FKT 20.2, 27.1, 27.2:, EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID • Ed.02/2024-11
Advertenties
Inhoudsopgave
