nl
11
Reserveonderdelen
48
6.
Pomp transporteert tegen een te hoge druk.
⇒
Zet alle afsluiters aan de perszijde in geheel geopende stand.
7.
Slijtageverschijnselen in het hydraulisch systeem.
⇒
Onderdelen (waaier, zuigaansluiting, pomphuis) controleren en door de service-
dienst laten vervangen.
8.
Leidingsysteem aan de perszijde of drukslang verstopt.
⇒
Verwijder de verstopping en vervang indien van toepassing beschadigde onderde-
len.
9.
Sterk gasvormend medium.
⇒
Neem contact op met de servicedienst.
10. Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒
Laat de aansluiting door een elektromonteur controleren en aanpassen.
11. Te grote daling van het niveau tijdens bedrijf.
⇒
Controleer de voorziening/capaciteit van de installatie.
⇒
Controleer de schakelpunten van de niveauregeling en pas deze eventueel aan.
Storing: Pomp loopt onrustig en luidruchtig.
1.
Niet-toegestaan bedrijfspunt.
⇒
Controleer de pompdimensionering en het bedrijfspunt, neem contact op met de
servicedienst.
2.
Het hydraulisch systeem is verstopt.
⇒
Reinig het hydraulisch systeem.
3.
Sterk gasvormend medium.
⇒
Neem contact op met de servicedienst.
4.
Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒
Laat de aansluiting door een elektromonteur controleren en corrigeren.
5.
Verkeerde draairichting.
⇒
Laat de aansluiting door een elektromonteur corrigeren.
6.
Slijtageverschijnselen in het hydraulisch systeem.
⇒
Controleer de onderdelen (waaier, zuigaansluiting, pomphuis) en laat deze indien
van toepassing vervangen door de servicedienst.
7.
Het motorlager is versleten.
⇒
Informeer de servicedienst; retourneer de pomp ter revisie naar de fabriek.
8.
De pomp is onder mechanische spanningen gemonteerd.
⇒
Controleer de installatie, monteer indien van toepassing rubberen compensatoren.
Storing: De bewaking van de afdichtingsruimte meldt een storing of schakelt de pomp
uit
1.
Vorming van condenswater door langere opslag of door grote temperatuurschomme-
lingen.
⇒
Laat de pomp korte tijd (max. 5 min.) zonder staafelektrode draaien.
2.
Verhoogde lekkage bij het inlopen van nieuwe mechanische afdichtingen.
⇒
Ververs de olie.
3.
De kabel van de staafelektrode is defect.
⇒
Vervang de staafelektrode.
4.
De mechanische afdichting is defect.
⇒
Informeer de servicedienst.
Verdere stappen voor het verhelpen van storingen
Helpen de genoemde punten niet om de storing te verhelpen, neem dan contact op met de
servicedienst. De servicedienst kan als volgt verdere ondersteuning bieden:
•
Telefonische of schriftelijke hulp.
•
Ondersteuning ter plaatse.
•
Controle en reparatie in de fabriek.
Als de servicedienst voor diensten wordt ingeschakeld, kan dit kosten met zich meebren-
gen! Precieze informatie hierover kan bij de servicedienst worden opgevraagd.
De bestelling van reserveonderdelen verloopt via de servicedienst. Om latere vragen of ver-
keerde bestellingen te voorkomen, moet altijd het serie- of artikelnummer worden opge-
geven. Technische wijzigingen voorbehouden!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo Motor FKT 20.2, 27.1, 27.2:, EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID • Ed.02/2024-11