Aansluiting op vaste waterlei-
ding
Gevaar voor letsel en beschadi-
ging door ondeskundig aansluiten.
Ondeskundig aansluiten kan leiden
tot persoonlijk letsel en/of materiële
schade.
Het aansluiten op de vaste waterlei-
ding mag alleen door gekwalificeerde
vakmensen worden uitgevoerd.
Gevaar voor de gezondheid en
kans op beschadiging door veront-
reinigd water.
De kwaliteit van het toegevoerde wa-
ter dient te voldoen aan alle voor-
schriften ten aanzien van drinkwater
die in het land van opstelling van de
stoomoven van kracht zijn.
Sluit de stoomoven aan op drinkwa-
ter.
De aansluiting op de waterleiding
moet voldoen aan de voorschriften
die in het land van opstelling van
kracht zijn. Alle apparaten en syste-
men die voor de toevoer van het wa-
ter naar de stoomoven worden ge-
bruikt, moeten voldoen aan de voor-
schriften die in het land van opstel-
ling van kracht zijn.
De stoomoven voldoet aan de eisen van
IEC 61770 en EN 61770.
De stoomoven mag uitsluitend op
een koudwaterleiding worden aange-
sloten.
Bij gebruik van een onthardingsin-
stallatie dient de elektrische geleid-
baarheid van het water behouden te
blijven.
Waterschade door vervuiling.
Vervuiling in de waterleiding kan zich
afzetten in de klep van de stoomo-
ven. De klep sluit niet meer en er
loopt water uit.
Spoel de waterleidingen door voor-
dat u de stoomoven aansluit of als er
werkzaamheden aan de waterleiding
zijn uitgevoerd.
Een terugslagklep is niet vereist. De
stoomoven voldoet aan de betreffende
DIN-normen.
De waterdruk moet tussen 100 kPa
(1 bar) en 600 kPa (6 bar) liggen. Als de
druk hoger is dan 600 kPa, dient u een
reduceerventiel in te bouwen.
Tussen de roestvrijstalen slang en de
wateraansluiting van het huis moet een
kraan zitten, waarmee de watertoevoer
indien nodig kan worden onderbroken.
Zorg dat deze kraan na inbouw van de
stoomoven goed toegankelijk is.
Installatie
161