DE VERSCHILLENDE FUNCTIES EN
MOGELIJKHEDEN
Thermostaat instellen
De vriezerthermostaat stelt de binnentemperatuur van de compartimenten automatisch af.
Door de knop te draaien van stand 1 naar 3 worden koudere temperaturen ingesteld.
Belangrijke opmerking: Probeer de knop niet verder dan stand 1 te draaien, dat legt het
apparaat stil.
Vriezerthermostaat instellen
1.
Voor het bewaren van voedsel in het diepvriescompartiment voor korte tijd zet u de
knop tussen de minimumstand en de middenstand.
2.
Voor het bewaren van voedsel in het diepvriescompartiment voor lange tijd zet u de knop op de middenstand.
3.
Maximumkoelstand. Het apparaat zal langer werken.
Let op: De omgevingstemperatuur, de temperatuur van het vers opgeslagen voedsel en het aantal malen dat de
deur wordt geopend beïnvloeden de temperatuur in de vriezer. Wijzig zo nodig de temperatuurinstelling.
Accessoires
IJsbakje*
•
Vul het ijsbakje met water en zet het in het vriesvak.
•
Nadat het water volledig in ijs is veranderd, kunt u het
bakje omkeren zoals hieronder getoond om de ijsblokjes te
verwijderen.
Plastic schraper
Na verloop van tijd kan er rijp in bepaalde zones van het diepvriescompartiment ontstaan.
De rijp die zich in de vriezer ophoopt moet regelmatig verwijderd worden. Gebruik zo nodig de
meegeleverde plastic schraper. Gebruik geen scherpe metalen voorwerpen voor deze handeling.
Ze kunnen de koelkastleiding doorboren en onherstelbare schade aan de unit veroorzaken.
Waarschuwingen voor temperatuurafstellingen
•
Begin niet aan een nieuwe afstelling voordat een afstelling helemaal is uitgevoerd.
•
De omgevingstemperatuur, de temperatuur van het vers opgeslagen voedsel en het aantal malen dat de deur
wordt geopend beïnvloeden de temperatuur in de vriezer. Wijzig zo nodig de temperatuurinstelling.
•
Het is niet raadzaam om de vriezer te gebruiken in omgevingen kouder dan 10°C.
•
De thermostaatinstelling dient rekening te houden met het aantal malen dat de vriezerdeur wordt geopend
en gesloten, de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard in de vriezer en de omgeving waarin het apparaat is
geplaatst.
•
We raden aan om de vriezer bij het eerste gebruik 24 uren lang ononderbroken te laten werken om er zeker
van te zijn dat het volledig gekoeld wordt. Open in deze tijdspanne de vriezerdeur niet en plaats geen voedsel
in de vriezer.
•
Uw vriezer heeft een ingebouwde 5-minutenvertragingsfunctie, bedoeld om schade aan de compressor te
voorkomen. Wanneer de stroomtoevoer naar uw vriezer wordt ingeschakeld, begint het gewoonlijk te werken
na 5 minuten.
•
Uw vriezer is ontworpen om te werken in de
omgevingstemperatuurintervallen die in de normen vastgelegd
zijn, op basis van de klimaatklasse vermeld op het informatie-
etiket. Het is raadzaam om, om efficiëntieredenen, de vriezer
niet te gebruiken in omgevingen die buiten de vermelde
temperatuurintervallen vallen.
•
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik bij een
omgevingstemperatuur binnen het bereik 10°C - 43°C.
Klimaatklasse
NL - 30
Omgevingst. (°C)
SN:
Van 10 tot 32°C
ST:
Van 16 tot 38°C;
N:
Van 16 tot 32°C
T:
Van 16 tot 43°C